Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Hoe oordeelt de Heilige Schrift en hoe oordelen de Gereformeerde Vaderen over scheiding en doleantie? - pagina 39

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Hoe oordeelt de Heilige Schrift en hoe oordelen de Gereformeerde Vaderen over scheiding en doleantie? - pagina 39

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

39 zij „hen den Satan moesten overgeven," „het zuurdeeg hadden uit te bannen" en „dezen boozen hadden weg te doen uit hun midden". 1 C o r . 5 : 13. V R . 25. Wat moeten dan de lidmaten in zoo'n geval doen? A N T W . Zij moeten zich houden binnen de palen van hunnen plicht, hoewel er in sommige opzichten in zulk een tijd meer van hen geëischt wordt dan in gewone omstandigheden. V R . 26. Welke zijn die dingen ? ANTW. Ie. Groote omzichtigheid is er noodig over onzen eigen wandel en wakkerheid in 't aangrijpen van alle goede gelegenheden waarin wij onzen naaste kunnen stichten. 2e. Grooter naarstigheid en een veel omzichtiger wijze in gewone waarschuwingen en vermaningen, etc. 3e. Meerdere oefening van het gebed en van het vasten tot inbinding van ergernissen, die G o d onteeren ; bidden om meerderen ijver in predikanten en ouderlingen in -t uitvoeren van hun ambt! Zoo ten dezen aanzien stroomen van tranen langs onze wangen liepen, om de veelheid der ergernissen, wij mogen wel verzekerd zijn, dat er veel vaster vrede zou zijn in gemeenschap te houden met anderen, dan in 't scheiden van hen met veel hoovaardij, althans schijn daarvan, en in liefdelooze wreedheid ergernis aan hen te geven, en hen daardoor te sterken in hunne onheiligheid. ) Is 't dat wij ondertusschen pogen te verbeteren 't geen ons mishaagt, dat doen we uit kracht van'ons ambt en plicht. E n hiertoe dient het zeggen van P a u l u s : Indien een anderen die daar zit iets is geopenbaard, dat de eerste zwijge. Waaruit blijkt dat het betrachten en behartigen van de gemeene stichting, ieder lidmaat der Kerk bevolen is, naar de mate der gaven die hij ontvangen heeft, doch met dit beding, dat het betamelijk en ordentlijk geschiede: dat is, dat wij de gemeenschap der Kerke niet verlaten, of, dat wij in hare gemeenschap volhardende, de vreed' en w e K geschikte regeering niet verstoren. ) V R . 27. Maar als de Kerk hdar plicht dan niet doet ? Maar ofschoon de Kerk nalatig is in haar ambt, zoo behoort nochtans daarom niet terstond een ieder lidmaat in 't bijzonder zichzelven van de Kerk af te zonderen. Ik 1

3

) *) x

Borstius pag. 201 en 202. Instit. IV. 1—12,

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Brochures (TUA) | 44 Pagina's

Hoe oordeelt de Heilige Schrift en hoe oordelen de Gereformeerde Vaderen over scheiding en doleantie? - pagina 39

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1891

Brochures (TUA) | 44 Pagina's