De leer en de practijk der afgescheidenen en doleerenden in strijd met de Heilige Schrift. Aangetoond uit de geschriften van W. à Brakel, Borstius, Calvyn, Koelman. Voetius en anderen - pagina 29
"
Doch is hei nu nut heel anders mei onzen Kcrkedienst? Toen er slechts ééne zichtbare Kerk op aarde, gebonden arm een tempel, altaar en .offer: niemand werd aan ooJc van haar gescheiden dan- alleen- door den dood. UXT.S
.;• .-Asrw. 1- Het is onwaar dat onder 't O. T. de uiterlijke betrachting, zijner plichten voldoende was om iemand een waar l i d ,-te doen zijn van de Kerk. Want doodslagers, echtbrekers, etc. moesten worden afgesneden en verbannen uit de vergadering des Heeren en hunne gebeden werden van God niet aangenomen naar -de wet van - Mozes ( N u m . 35 : 33, 34. Jes. 1 : 1 0 , 11. Jes. 6 6 : 3; 4 ) . Ook is 't onwaar dat alle godsdienst onder het N . T. zoo geestelijk is dat uiterlijke betrachting van uiterlijke belijdenis i n t N-. T. den belijder niet kerkelijk heilig maken en afzonderen van• eenig volk ...dat niet behoort tot de K e r k , want Annanias en diens •vrouw, en Simon Magus waren gedurende eenigen tijd uiterlijk heilig en onderscheiden van heidenen buiten de Kerk. door hun doop•' en belijdenis.. E n de spreuk Prov. 1 5 : Het offer fles goddeleozen is den Heere een gruwel, was alzoo even waar onder 't O. als onder 't N . Testament. Zoo zou dus moeten volgen, dat de offers van een goddeloos priester - geen inzettingen Gods waren en dat ze verontreinigden allen die met zoom priester i n dat offeren gemeenschap hadden. ' ,2. De Sacramenten van de Joodsche K e r k .waren i n hoedanigheid dezelfden als de onzen.: (Hebr.- 1 3 : 8 . 1 Oor. 1 0 : 1 . 2,3.- Joh. 6 : . 0 , 51. Coloss. 2 : 11, 12. Oor. 5 : 7 ) . Niemand, uitgezonderd misschien Papisten, "Wederdoopers, Arminianen en Socinianen, zal •overigens beweren, dat aangaande goddelooze menschen het- geibruik d é r sacramenten met een onheilig -hart ongeoorloofd was 'en hen daardoor geen leden van de ware K e r k maakte-, maar integendeel «gelijk Sodom en Gomorra" (Jes. 1 : 1 0 ) , en «gelijk de Mooren,- Bgyptenaren en Filistijnen.' ( A m o s 9 : 7. J e r . 9 : 26); »En dezulken werd verboden Gods verbond i n hunnen mond te nemeny dewijl zij zijne kastijdingen haten," ( P s . 50 : 16, 17) «hunne ge, heden--waren-een gruwel, dewijl hunne handen bloedig waren",: -"•'( J é s . " 1 : " 1 5 ) , «hunne offerhanden waren als het vermoorden van: * ••'een-mensch, en als 't • offeren van een hond" (Jes. 66 : 3 ) en zoo -waren al*de-middelen die zij gebruikten. •* Zoo-Christus dan was de Bruidegom-, Priester en Hoofd der :
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Brochures (TUA) | 42 Pagina's
![De leer en de practijk der afgescheidenen en doleerenden in strijd met de Heilige Schrift. Aangetoond uit de geschriften van W. à Brakel, Borstius, Calvyn, Koelman. Voetius en anderen - pagina 29](https://www.digibron.nl/images/generated/brochures-tua/de-leer-en-de-practijk-der-afgescheidenen-en-doleerenden-in-strijd-met-de-heilige-schrift-aangetoond-uit-de-geschriften-van-w-brakel-borstius-calvyn-koelman-voetius-en-anderen/1892/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Brochures (TUA) | 42 Pagina's