Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De leer en de practijk der Afgescheidenen en Doleerenden in strijd met de Heilige Schrift - pagina 23

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De leer en de practijk der Afgescheidenen en Doleerenden in strijd met de Heilige Schrift - pagina 23

Aangetoond uit de geschriften van W. à Brakel, Borstius, Calvyn, Koelman, Voetius en anderen

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

don waren, en de volkomenste en beste Christenen die er in 't land zijn. De Heere weet, dat ik geen lust heb, om de naaktheid van den minsten vrome te ontdekken; hoevele mijne verzuchtingen voor hen waren, terwijl ik met dezen brief ben bezig' geweest, is Hem bekend, die de harten beproeft. Doch ik ben door hun drijven tot afscheiding tegen mijn hart genoodzaakt geweest, het deksel van hun aangezicht wat af te lichten, en hen in hunne verscheidene dwalingen en misdragingen, als gevolgen van hunne scheuring open te leggen, opdat de waarheid, waarvoor wij strijden moeten, tegen allen die er zich tegen kanton. geene schade noch verduistering mocht lijden; en velen die hen hooren spreken en hunne schriften lezen zonder achterdocht, niét door hen mogen verleid en bedrogen worden. Dit is mij zeker en wie kan het loochenen? dat lieden, die in vele punten van de waarheid afwijken en omtrent de practijk veelszins ongezond zijn, en verkeerde bestieringen volgen (gelijk ik van hen heb aangetoond) niet alleen de Kerk geen heil zullen aanbrengen, noch de wegen des Heeren best aan anderen zullen aanwijzen, maar ook dat ze zelfs (al hebben ze de wortel der zaak in zich, waartegen ik niet wil spreken, noch oordeelen) niet merkelijk in godzaligheid en gemeenschap met God kunnen of zullen toenemen; 't is van weinig beteekenis, dat ze in hun huis aan elkander veel liefde en vriendelijkheid toonen, gelijk gezegd wordt, en dat hun roem uitmaakt: (en dat ze voorts een hooge taal en stijl voeren van verloochendheid. gedoodiglieid, zuiverheid, getrouwheid aan den Geest, en dergelijke; want wij weten, dat veel Dwaalgeest ten in Engeland en elders zoo hebben voorgedaan en gebraveerd, welke nochtans pesten van de Kerk waren, en de menschen van de eenvoudigheid en zuiverheid van de Evangelische wijze van werken hebben afgeleid. 1) Tegenw. Aangenomen dat (Ir Doleantie en de Afscheiding niet naar het IfToord xijn, de gcrolgcn \ijn toch niet rail dien aard, dat gij hier tegen ~,<in iiiogt tc relde te Irckhn; het ongeloof in eigen borirm in veel cvqer. Indien men zich aan liet W oord Gods hield, men zou zieli niet tevreden -stellen met te zeggen: dat hij, die dit. [••ld''. 'Éen ijvei had zonder verstand," niet toegeven, dat 1L

Koelman

| ng. .'W'J—1<HI.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Brochures (TUA) | 52 Pagina's

De leer en de practijk der Afgescheidenen en Doleerenden in strijd met de Heilige Schrift - pagina 23

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892

Brochures (TUA) | 52 Pagina's