De leer en de practijk der Afgescheidenen en Doleerenden in strijd met de Heilige Schrift - pagina 25
Aangetoond uit de geschriften van W. à Brakel, Borstius, Calvyn, Koelman, Voetius en anderen
g i r i s e l , dat aan deze leer ten grondslag ligt, is van veel breeder toepassing. Het verontrust de gewetens en verblindt de zinnen, ook buiten den kring der Doleerenden. Het wortelt in de neiging om de plicht van den geloovige, of van den opziener der "gemeente, verder uit ie strekken dan Gods Woord toelaat of voorschrijft. Tegenw. Maar vele Hervormden die niet doleeren nemen het u kwalijk dat gij de Doleerenden zoo scherp bestrijdt. Dat is niets vreemds. Daarover hadden de godzalige leeraars in vroeger tijd ook te klagen. Er waren velen, die niet samengingen mot de Labadistcn, maar die verleerd hadden to toornen tegen de scheiding. Ik betuig liet dat ik geen kwaadheid of bitterheid in mij bevind tegen die afgedwaald en, maar medelijden; maar droefheid. Ja ik vind dat mijn hart in liefde uitgaat tot de godzaligen onder hen, en dat ik achting heb voor de gaven, die sommigen onder hen hebben. Ja, ik bevind dat ik veel liever zwijgen wilde, dan iets tegen hen te schrijven. Maar ik moet nog meer liefde hebben voor Christus en zijne zaak, (en heb die ook door de genade Gods,) dan tot menschen schoon zij godzalig zijn. Als Christus en Zijne zaak en de zielen der mensehen benadeeld worden, zoo moet, zoo wil ik er voor staan, en mij stellen tegen die, welke zij schade aandoen, al zijn ze dan in ziehzelven godzalig, al doen zij ze in onwetendheid en met eene goede meening. Godzalig komt hier niet te pas, die kunnen wel groote misslagen hebben, maar Christus' zaak komt hier in overweging. De Apostel Paulus geeft mij zichzelf tot oen voorbeeld, die zijn lieven mede-Apostel Petrus in het aangezicht wederstond en tegensprak, omdat hij te bestraffen was. Levi kende noch vader noch moeder toen liet de zaak des Ileeren raakte. Ik betuig liet, mijne consciëntie geeft mij mede getuigenis, dat ik u voor hen waarschuw, daar ik verzekerd ben, dat zij de Kerk niet zijn en dat hun weg niet is de rechte weg, tot verbreiding van Christus Koninkrijk, noch tot zuivere leiding' der zielen tot God. De Ileere die ons oordcelen zal, doe het in uwe harten ingaan, en beware en bevestige u. 1) En zoo heb ik ook nu niet alleen vrijmoedigheid in Christus Jezus, maar mijn geest dringt mij om getuigenis tegen hen te geven, en u als een dienaar van Christus te waarschuwen. Ik 1)
Koelman, a Brakel pag. 590—501.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Brochures (TUA) | 52 Pagina's
![De leer en de practijk der Afgescheidenen en Doleerenden in strijd met de Heilige Schrift - pagina 25](https://www.digibron.nl/images/generated/brochures-tua/de-leer-en-de-practijk-der-afgescheidenen-en-doleerenden-in-strijd-met-de-heilige-schrift/1892/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1892
Brochures (TUA) | 52 Pagina's