Kan het recht tot uitoefening van de doodstraf uit de Heilige Schrift bewezen worden? - pagina 30

rechtige vergelding, blijft over, dat in een telijke

Chris-

staat ook in deze c h r i s t e l i j k , d. i. naar

de voorschriften, en waar die niet voldoende zijn, in den geest van Christus moet geregeerd worden. De Overheid, alzoo in den naam Gods, als dienaresse van

een genadig

en barmhartig God regee-

rende, treedt daardoor nog niet geheel in de rechten Gods, die den mensch ook buiten de Overheid om door

natuurkrachten

of ongevallen met den dood

kan straffen, en gestraft heeft, — wat daaromtrent ook

door

P a l m e r en anderen moge beweerd wor-

den

(voorbeelden:

Korach,

Dathan

en

Abiram,

Ananias en Saffira enz.) De

Christelijke

Overheid,

in

den Christelijken

staat optredende en handelende als gerechtigheid,

heeft zich

vergeldende

daarbij te gedragen

naar de g r o n d w e t van het Koningrijk der hemelen : God

lief te hebben met al wat in ons is en

onze naasten als onszelven. ( W a n t het gaat niet aan, voor

de

wetten

van

een

Christelijken

staat

een

anderen vorm te stellen dan die gesteld wordt voor het zedelijk-godsdienstig bewustzijn van den Christen).

Daarbij andere wetten in dat Koningrijk der

Hemelen in acht nemende, die wel degelijk getuigen van

Gods eisch tot gerechtige vergelding w a a r de

zedelijkheid,

en

dus

Gods

eere

is aangerand, en

vooral, waar aan het leven van den naar G o d s beeld

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen