Kan het recht tot uitoefening van de doodstraf uit de Heilige Schrift bewezen worden? - pagina 33

mensch

zichzelf

kon

wreken, dan zou het Evan-

gelie hem verbieden, kwaad met kwaad te vergelden, leven

voor leven te nemen, evenzeer als hij nooit

als C h r i s t e n

zou mogen nemen oog voor oog

en tand voor tand. Zou

men

hier

op

willen

antwoorden, dat een

mensch, een staatsburger ook niet zijn eigen rechter mag

zijn,

maar

aangedaan dan

straften

van

't kwaad

hem

aan de gestelde macht moet overlaten,

vervalt

waarheid

het

daarmede

nog

in

't geheel

niet

de

van de stelling, dat de C h r i s t e l ij k e

Overheid, handelende voor, optredende ten behoeve van den mensch, en de in dien mensch beleedigde zedelijkheid

of het in

hem beleedigde recht, wel

zou mogen ter zijde stellen, wat de enkele mensch als

Christen

niet

trachten : „ w a t

mag

vergeten,

maar

moet

be-

gij wilt dat de menschen u doen,

doe gij hen ook alzoo". Noch

in naam der beleedigde zedelijke mensch-

heid

dus, noch in naam van God of Zijn

kan

en

mag

de

Overheid

Woord,

d a a d w e r k e 1 ij k

iemand straften, zoodat de dood er het gevolg van is. De

Overheid

treedt

nooit

plaats

moeten

blijft altijd d i e n a r e s s e

in G o d s plaats, en zou toch in Gods treden, om over het leven van een

mensch, zelfs van schikken.

Gods,

een moordenaar te kunnen be-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen