Kan het recht tot uitoefening van de doodstraf uit de Heilige Schrift bewezen worden? - pagina 29

of het oog van zijne dienstmaagd slaat, en verderft het, hij zal hem vrij laten gaan voor zijn oog. E n indien hij een tand van zijnen dienstknecht, of een tand van zijne dienstmaagd uitslaat, zoo zal hij hem vrij

laten

voor

zijnen tand." E n hoewel Israël in

den grond een theokratische staat was, zijn de wetten

t. a. p.

en

elders

geen

zedelijk-godsdienstige,

maar veeleer burgerlijke of strafwetten. W i j zijn echter geen Joodsche, maar een Christelijke staat, of

Christen-staat.

Christus heeft ons niet alleen leeren bidden, dat Gods len

Koningrijk, moge

het

komen

op

Koningrijk de

aarde,

der

heme-

gelijk in den

hemel, maar Hij heeft ook voor dat „oog om oog en

tand

om

tand"

heel wat

anders in de plaats

gesteld. 't Moet

dus

het streven van den Christen zijn,

de staatswetten zooveel mogelijk aan de door Jezus zelf

gegeven

grondslagen

van het Koningrijk der

hemelen op aarde te doen beantwoorden. Juist

uit

oogen,

dat

moet

wanneer

oogpunt,

met

dat beginsel

voor

de Christen den Bijbel onderzoeken,

hij zich

de

vraag

stelt die wij hier be-

handelen. Vastgesteld, straft

tot zijne

dat G o d den mensch, den Christen loutering en verbetering, maar de

Overheid straft, en God haar doet straffen, tot ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen