Kan het recht tot uitoefening van de doodstraf uit de Heilige Schrift bewezen worden? - pagina 11
Proeve van beantwoording
Dat
al dadelijk van dit verbod schromelijk mis-
bruik werd gemaakt, bewijst L a m e c h ' s zoogenaamd „lied
van
het
zwaard"
(Gen. I V : 23 en 24), die
daarmede de voorlooper is geworden van allen, die den doodslag in 't groot, den oorlog op grond van G o d s woord pogen te verdedigen. Dit nu echter daargelaten, begeven wij ons dadelijk tot eenige volgende gevallen van doodslag, die wij in het O u d e Testament aantreffen, ons daarbij voorbehoudende,
straks een terugsprong te maken
en stil te staan bij datgene der z. g. „Noachitische geboden",
't
welk
met ons onderwerp te maken
heeft. Onder in
den
de gevallen van doodslag die wij verder Bijbel
aantreffen, vestigen
wij dan in de
eerste plaats de aandacht op het verslaan van een E g y p t e n a a r door „Als
Mozes.
n u " , lezen wij E x o d u s II : 1 5 , „ E a r a ö deze
zaak hoorde, zoo zocht hij Mozes te dooden, doch Mozes in
vlood
het
zijner
land
voor
Paraö's aangezicht, en woonde
Midian." Hij moest dus uit het land
geboorte vluchten naar den vreemde; gelijk
hij zelf (vers 22) zegt: „ik ben een vreemdeling geworden in een vreemd land." Wij ding
moeten aannemen, daar de Heere zijne leihad
ook
met
Mozes, dat
dit verkeeren als
vreemdeling niet buiten Gods bestel is geweest. En
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1897
Brochures (TUA) | 36 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1897
Brochures (TUA) | 36 Pagina's