Het werk des H. Geestes - pagina 6
Leerrede
Yolgcns den doorloopenden inhoud van Gods eeuwig Woord, beteekent doorgaans het woord wereld, allerlei geslachten, volken, talen, natiën en tongen, zoo dat, als Jezus hier belooft, „Die gekomen zijnde zal de wereld overtuigen", H i j hierdoor aankondigt, dat de heerlijke bedeeling van den laatsten tijd, de tijd des Evangelies is aangebroken, in welken Ps. 72 : 8 en 9 zal worden vervuld: „ E n H i j zal heerschen van zee tot zee, en van de rivier tot aan het einde der aarde. De ingezetenen van dorre plaatsen zullen voor Zijn aangezicht knielen, en Zijne vijanden zullen het stof lekken." H e t Evangelie der genade zou nu niet alleen binnen de enge grenzen van Palestina worden vernomen, zooals onder de schaduwbcdceling plaats vond, gelijk we lezen Ps. 147 : 19 „Hij m a a k t J a c o b zijn woorden bekend, Israël zijne inzettingen en zijne rechten : Alzoo heeft H i j geen volk gedaan ....". Neen, nu de Christus gekomen is, geworden uit eene vrouw, geworden onder de wet, nu zou worden bevestigd, wat reeds onder de oude bedoeling was voorspeld Jcs. 49 : 6 : „het is Mij te gering dat Gij Mij een knecht zoudt zijn, om op te richten de stammen Jacobs en weder te brengen do bewaarden in Israël. I k heb U ook gegeven tot een licht der heidenen, om Mijn heil te zijn tot aan het einde der aarde." I n onzen tekst wordt de vervulling aangekondigd van het woord der profetie: „uit Sion zal de wet uitgaan en des Heeren W o o r d uit Jeruzalem," zoodat niet slechts onder 't Jodendom maar over heel do wereld, onder alle geslachten dor Heidenen, er duizenden, in Christus uitverkoren en gekocht door Zijn bloed, naar het eeuwig voornemen Gods, zullen worden geroepen tot de gemeenschap met den Yader in Christus, door den Heiligen Geest, welke gelukkigen hier door het woord wereld worden aangewezen. Evon gelijk dus op verschillende plaatsen der Schrift, een gedeelte der inenschon de wereld genoemd wordt, zoo als bij Joh. 3 : 1 6 waar Jezus zegt: „alzoo l i e f h e e f t God do wereld gehad, dat Hij Zijnen eeniggeboren Zoon gegeven heeft," en Joh. 17 : „Yader, ik bid niet voor de wereld, maar voor degenen, die Gij Mij gegeven hebt," en Paulus betuigt in den brief aan do Komeinen: dat hun val, sprekende van Israël, de rijkdom der wereld, namelijk der Heidenen is, alzoo wordt het duidelijk, dat ook in onzen tekst een gedeelte voor het geheel wordt genomen en wij derhalve do
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1900
Brochures (TUA) | 20 Pagina's
![Het werk des H. Geestes - pagina 6](https://www.digibron.nl/images/generated/brochures-tua/het-werk-des-h-geestes/1900/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1900
Brochures (TUA) | 20 Pagina's