Het werk des H. Geestes - pagina 8
Leerrede
kennen en in ootmoed te omhelzen, alles wat G o d in Zijn "Woord van ons mensclien getuigt, namelijk: dat wij zijn arm, jammerlijk, blind en naakt. Het maakt ons tevens onvatbaar voor de openbaring van den Heere Jezus, zoo als Hij in Gods W o o r d wordt gemaakt, als een getrouwe en gewillige Zaligmaker
bekend
voor
een
verloren zondaar in zichzelven, die volkomentlijk kan zaligmakcn allen die door H e m tot G o d gaan. Y a n dien verloren staat en van do gewilligheid
en b e k w a a m -
heid van Jezus, om zondaren te behouden zal naar 't W o o r d des Ilecren alleen de Geest de wereld overtuigen;
want schoon Paulus
plant en A p o l l o s natmaakt, die arbeid zal onvruchtbaar blijven, zonder de krachtdadige werking des Heiligen Geestes. W e l werkt die Geest door middolen, die onmisbaar zijn, maar de middelen op zichzelven, kunnen geen zondaar overtuigen, omdat wij natuur dood zijn door de misdaden en de zonden
en
wij
van door
A d a m s bondbrcuk, van allo licht en leven zijn beroofd. Z o o als wij uit eene vrouw zijn geboren, leven wij op het
breede
pad
der zonde voort, totdat het des Heeren eigen tijd is om door den Geest te overtuigen van onzen verloren staat. D i e tijd
noemt de
Schrift, do tijd der minne. Is dat zalig oogenblik aangebroken, dan wordt men stil gehouden op het hollend vlak dor zonde. Do maakt
Zijn
Woord
daartoe
Heere
dienstbaar, zoodat men als op hot
Pinksterfeest verlogen uitroept: „Mannon Broeders, wat moeten wij d o e n ? " D e Heilige Geest treft hen in hunne harten. Hij bestraft hen, j a , zo worden zaligmakend overreed van
den
toestand,
waarin
zij geboren zijn. Zij roepen nu met de kerk des Ouden Yerbonds: „Tloero Gij hebt mij overreed en ik ben overreed geworden." worden zij overtuigd, zoowel van de zonden
in A d a m ,
als
Nu van
do dadelijke zonde. W e l wordon niet alle zonden tegelijk ontdokt, maar
God
gewoonlijk
bepaalt, bij
do
waar
Zijn
Geest
van
hoofdzonde, dat kwaad
zonden waarin
overtuigt,
zij 't meeste
leefden. Z o o heet het tot de Samaritaansche: „ g a heen en
roep
uwen man!" tot Saulus van Tarsen: „wat vervolgt gij mij!" terwijl o o k in Zacheus dit duidelijk blijkt. W a c h t e n
wij ons echter te
bepalen, hoe ver, hoe diep die overtuiging gaan moet; maar wij dos te nauwkeuriger,
op
de
natuur
en
de
letten
vruchten
der
overtuiging. D o Tollenaar b. v. slaat op zijn borst onder de ootmoedige bede:
„o
God,
wees
mij
zondaar
genadig!"
Toen
Efraïm
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1900
Brochures (TUA) | 20 Pagina's
![Het werk des H. Geestes - pagina 8](https://www.digibron.nl/images/generated/brochures-tua/het-werk-des-h-geestes/1900/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1900
Brochures (TUA) | 20 Pagina's