Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het werk des H. Geestes - pagina 16

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het werk des H. Geestes - pagina 16

Leerrede

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

overtuigd Tan gerechtigheid. Daarom kan er hij dezulken geen rust zijn, hoezeer ook hunne natuur geneigd is rust te zoeken waar zij niet te vinden is. De Heere zelf zal er voor blijven waken. Gij zoekt uw vooruitgang in uwe tranen, gestalten en geheden, of in u zeiven en niet in den Heere, ziet daar zielen uw hoofdgebrek aangewezen. Gij zoekt uit het verbroken werkverbond, iets in u zeiven voor den Heere te vinden, om Hem te bewegen, die al over u en al zijn volk bewogen is. Mocht gij die eeuwige verbondsliefde recht verstaan, gij zoudt ophouden beweegoffers te zoeken, om die den Heere voor te stellen. Mocht de Heilige Geest u ontdekken aan den grond, dien gij in uwe gestalten zoekt. D e gestalten moogt gij hoog waardeeren, voor zoover die weldaden zijn van het genadeverbond, u door den Heiligen, om Christus wil geschonken; maar gij moet ze verliezen als grond uwer hope en met de kerk, ook in dat opzicht, uitroepen: „al onze gerechtigheden zijn als een wegwerpelijk kleed." J a de beloften zelf mogen de grond uwer hope niet zijn, dat mag alleen de Belover wezen. Gij moet in u zeiven achteruitgaan. De weg van al des Heeren volk wordt uitgedrukt door den Dooper die zegt: „Hij moet wassen, ik moet minder worden," zoo is het ook met u, bekommerd volk, och, mocht gij het recht verstaan: waar de Heere het werk begonnen heeft, daar zal Hij het ook voleindigen, tot op den dag van Christus. Dat gij dan als Paulus mocht werkzaam zijn, die betuigt: Filipp. 3 : 9 „in Hem gevonden te worden, niet hebbende mijne gerechtigheid die uit de wet is, maar die door het geloof' van Christus is, namelijk de rechtvaardigheid die uit God is, door het geloof," tot gij met de kerk kunt uitroepen : „Hij heeft mij bekleed met de kleederen des heils en den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan." Dan zult gij dien eenigen Naam onder den Hemel gegeven, kennen als de eenig-e grond van zaligheid voor zulk een dood en doemschuldig zondaar, die naar Gods rechtvaardig oordeel tijdelijke en eeuwige straffen heeft verdiend; maar die ook aan de straf' zijner ongerechtigheid een welgevallen heeft leeren nemen en nu een voorwerp is geworden van de zalige belofte : „dan zal I k aan mijn verbond gedenken." Zij dit uw zalige pleitgrond voor den l l e e r e , dat Hij Zijn verbond zal gedenken, j a Zijne verbondsliefde in den Middelaar des Verbonds zal openbaren.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1900

Brochures (TUA) | 20 Pagina's

Het werk des H. Geestes - pagina 16

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1900

Brochures (TUA) | 20 Pagina's