Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ouders of getuigen - pagina 60

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ouders of getuigen - pagina 60

toelichting van art. 56 en 57 der Dordsche kerkorde

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

62 hunne rekening genomen wordt, dan is alles in orde en kan de doop zonder bezwaar worden toebediend. Maar de Gereformeerden konden zoo niet redeneeren. Kinderen hadden dan alleen recht op den doop, als zij zei ven geloovigen waren. En voor geloovigen konden zij dan alleen gehouden worden, als zij kinderen van geloovige ouders waren en met die ouders in het verbond der genade waren opgenomen. En zoo kwam bij den Kinderdoop altijd de vraag hierop neer: zijn de ouders geloovigen, zijn zij in het verbond der genade begrepen ? Zoo ja, dan liep de lijn des verbonds over hen heen ook tot de kinderen door. Bij den doop der kinderen kwam dus het zwaartepunt in de ouders te liggen. En indien dit zoo was, dan kwam het niet alleen op den vader, maar wel terdege ook op de moeder aan. Want immers in Christus is geen man en geen vrouw. In het geestelijke telt de vrouw evengoed mede als de man. Daarom betoogt Paulus in 1 Cor. 7, dat, al is de vader een ongeloovige, de lijn des verbonds toch over de moeder heen doorloopt tot de kinderen. Want anders waren uwe kinderen onrein, maar nu zijn zij heilig. Daarom konden de Gereformeerden er niet aan denken, om bij den doop der kinderen de moeder uit te sluiten. Zoo iets lag ver buiten hun gedachtenkring. De ouders, beide de vader en de moeder, zijn in het verbond der genade begrepen; beiden hebben voor hun zaad de belofte des genadeverbonds; beiden zijn voor de Christelijke opvoeding hunner kinderen verantwoordelijk. XIV. Tot dusver is betoogd, dat het noemen van den vader

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901

Brochures (TUA) | 98 Pagina's

Ouders of getuigen - pagina 60

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901

Brochures (TUA) | 98 Pagina's