Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ouders of getuigen - pagina 40

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ouders of getuigen - pagina 40

toelichting van art. 56 en 57 der Dordsche kerkorde

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

42 zijn volkomen gelijk aan de Heidenen, die voor het eerst de begeerte te kennen gaven, om Christen te worden en dan gedurende vele maanden of jaren voor den doop werden voorbereid. De geboorte uit geloovige ouders heeft dus voor den doop niet de minste beteekenis, en die ouders zeiven hebben bij den doop eigenlijk niets te maken. Zij zijn alleen de natuurlijke oorzaak, dat het kind bestaat, anders niet. Voor den doop van het kind is het alleen de vraag, niet, uit wie het geboren is; maar, wie het overneemt. Of liever nog, de vraag is alleen, of de kerk, vertegenwoordigd in de getuigen, het voor hare rekening neemt, het aan Gods genade opdraagt, er borg voor spreekt, en met haar geloof en belijdenis voor het kind tusschenbeide treedt. Het kind, dat gedoopt wordt, is op het oogenblik dat het gedoopt wordt, niet een kind van zijne natuurlijke ouders, maar een kind van de kerk, een kind van zijne geestelijke ouders, die in naam der kerk als getuigen bij zijn doop optreden. Dat dit de eigenlijke beschouwing van Rome is, blijkt uit de leer en uit de practijk der Roomsche kerk. In de scholastiek was er tusschen de Thomisten en de Scotisten reeds verschil over, of onmondige kinderen van Joden en Heidenen ook zonder of tegen den wil hunner ouders gedoopt mochten worden. De eersten bestreden dit, omdat het in strijd was met het natuurrecht der ouders en licht het gevaar meebracht, dat kinderen, die op deze wijze gedoopt waren, later toch weder zouden afvallen en de ontvangen genade verliezen. Maar de Scotisten waren van meening, dat, daar God den doop van alle menschen wil, het recht der ouders voor het recht Gods wijken moest, en achtten het zelfs geoorloofd, dat Christelijke vorsten de Joodsche en Heidensche ouders dwongen, om zelf den doop te ontvangen en hunne kinderen te laten doopen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901

Brochures (TUA) | 98 Pagina's

Ouders of getuigen - pagina 40

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901

Brochures (TUA) | 98 Pagina's