Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ouders of getuigen - pagina 72

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ouders of getuigen - pagina 72

toelichting van art. 56 en 57 der Dordsche kerkorde

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

74 zwakken en twijfelmoedigen in het geloof tegemoet te komen en hen niet tot de doopsbediening van Roomsche priesters of sectarische predikers de toevlucht te doen nemen, behalve de samenkomsten der gemeente op den Zondag, ook nog eene samenkomst in de week tot het bedienen van den doop hebben ingevoerd. Zulk eene bijzondere samenkomst behoefde natuurlijk niet op die plaatsen te worden ingevoerd, waar zij al gebruikelijk was. Maar er waren nog vele plaatsen, waar de gemeente alleen des Zondags vergaderde, en dus de ouders met den doop hunner kinderen tot den volgenden Zondag moesten wachten. Dat stond echter velen ouders niet aan, omdat zij van oudsher in de Roomsche kerk eraan gewend waren, dat de doop der kinderen zoo spoedig mogelijk na de geboorte plaats had. En daarom verordende de Synode, dat er op zulke plaatsen ook nog in de week gelegenheid voor het ontvangen van den doop gegeven zou worden. Maar, om het beginsel te handhaven, dat de doop alleen in het midden der gemeente bediend mocht worden, werd er nog iets bij bepaald. Zulk eene gelegenheid in de week moest dan door klokgelui of op eene andere wijze in de plaats worden bekend gemaakt, opdat ook enkele ouderlingen, diakenen, vrienden en buren ze konden bijwonen. Het karakter van eene gewone samenkomst der geloovigen mocht er niet bij teloor gaan. En dan moest de doop daarbij bediend worden op de gewone wijze, dat wil zeggen, de dienaar des Woords moest er eene korte predikatie of althans eene korte verklaring van de beteekenis van den doop aan laten voorafgaan en er speciaal op wijzen, dat de doop om bijzondere redenen op deze wijze bediend werd, niet omdat hij in zichzelf, als middel der wedergeboorte, maar alleen wijl hij om het gebod Gods noodzakelijk was. De verklaring, welke Voetius van de boven aangehaalde

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901

Brochures (TUA) | 98 Pagina's

Ouders of getuigen - pagina 72

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901

Brochures (TUA) | 98 Pagina's