Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De arbeid van "Filippus" in betrekking tot het Genadeverbond - pagina 16

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De arbeid van "Filippus" in betrekking tot het Genadeverbond - pagina 16

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

20 die toe

daar verre zijn, zoo velen de Heere onze God er roepen z a l "

Jezus zeide dienovereenkomstig: „Laat de kinderkens tot Mij komen, verhindert ze niet, want derzulken is het Koninkrijk Gods." Hij, do Heere, noemt ze dan ook meer dan eenmaal Zijne kinderen, kinderen, zegt Hij, die gij Mij gebaard hebt. Ezech. 16 : 20 en 21. Op grond nu van dat Yerbond, van die belofte, en van die uitspraken des Heeren is het, dat de Gereformeerde Kerken in hunne Artikelen tegen de Remonstranten zeggen: „ A l is het, dat God om de erfzonde de kinderen verdoemen mag, nochtans de Christelijke ouders moeten aan de zaligheid hunner kinderen geenszins twijfelen; want hun en hunnen kinderen is de belofte gedaan." Zij halen daarbij aan Gen. 17 : 7 ; Mare. 10 : 16 • en Hand. 2 : 39. In overeenstemming hiermede schrijft Brakel in zijn „Redelijke Godsdienst" pag. 968 § 2 5 : . A l de kinderen der Bondgenooten, hetzij bekeerde of onbekeerde, hetzij vóór of na het ontvangen des doops, in hunne jonkheid stervende, moeten gehouden worden zalig te zijn uit kracht van het Yerbond Gods, in welke zij geboren zijn en alzoo te zijn kinderen des Yerbonds; zijn de ouders onbekeerd en trouweloos in het Yerbond, dat is voor hun eigen rekening, de zoon zal niet dragen de misdaad des vaders; zoo heeft men ze ook voor ware bondgenooten en kinderen Gods te houden als ze opwassen, totdat ze metterdaad vertoonen, dat ze trouweloos in het Yerbond zijn, en aan de belofte geen deel hebben." „Abraham moest," zegt Calvijn, „vóór hij besneden werd, de belofte aannemen, terwijl het kind, door een erfelijk recht, volgens het formulier en den inhoud van God s

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901

Brochures (TUA) | 28 Pagina's

De arbeid van

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901

Brochures (TUA) | 28 Pagina's