Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ouders of getuigen - pagina 67

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ouders of getuigen - pagina 67

toelichting van art. 56 en 57 der Dordsche kerkorde

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

69 formeerde kerk daarvoor niet terstond na de geboorte van een kind gelegenheid bood, dan zochten zij hem bij Roomsche geestelijken, monniken of leeken. Indien het kind maar gedoopt was, deed het er heel weinig toe, door wien de doop werd bediend. Ook met deze gevoelens en wenschen hadden de Gereformeerde kerken hier te lande te rekenen. Ook al hadden zij er op zichzelf hoegenaamd geen bezwaar in gezien, om den doop der kinderen eenige weken na de geboorte uit te stellen, dan hadden zij zoo iets toch nooit officieel kunnen uitspreken en invoeren. Er waren onder degenen, die met de Reformatie medegingen, al te velen, die op dit punt nog tot de zwakgeloovigen behoorden en wien men daarom eenigermate tegemoet moest komen. Reeds de gezindheid van deze zwakgeloovigen eischte, dat men het oude gebruik van de na de geboorte zoo spoedig mogelijk volgende doopsbediening in eere hield. Velen waren zelfs geneigd, om met het oog op zulke gevallen den huisdoop toe te staan. Dr. H. H. Kuyper schrijft hier in zijn uitnemend werk over de Post-Acta bl. 172 v. in hoofdzaak het volgende van : de vroegere Synodes hadden van den aanvang af het Gereformeerde beginsel gehandhaafd, dat de doop niet anders mocht bediend worden dan bij de bediening des Woords, ia de vergadering der geloovigen. Toch stuitte de toepassing van dit beginsel in de practijk vaak op moeilijkheden. Reeds op het Convent te Wezel 1568 was een dier moeilijkheden besproken, n.1. hoe een predikant handelen moest, wanneer ouders, bij wie de Roomsche zuurdeesem van de absolute noodzakelijkheid des doops nog nawerkte, verlangden, dat hun ziek kind aan huis zou gedoopt worden, en de vrees bestond, dat de ouders bij weigering naar den pastoor zouden gaan.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901

Brochures (TUA) | 98 Pagina's

Ouders of getuigen - pagina 67

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901

Brochures (TUA) | 98 Pagina's