De welsprekendheid - pagina 11
Eene Lezing
12
Want meester van het woord, zijt gij meester van het gemoed.
Wie heerscht over den geest, is
sterker dan die eene stad inneemt. Maar ook al is dat hooge ambt van de bediening des Woords voor velen mijner geachte hoorders niet weggelegd, toch mag de hope gekoesterd
worden, dat ook hun het onderwerp mijner
rede niet onbelangrijk zal voorkomen.
Wèl te
spreken toch is voor ieder mensch een sieraad, en van den Christen, man of vrouw, eene kostelijke deugd.
Meer dan wij vaak meenen, legt
de H. Schrift een sterken nadruk op het plichtmatig, op het heilig gebruik van tong en van taal.
Niet aan een afzonderlijken stand, maar
aan
ieder
mensch
zonder onderscheid
houdt
Paulus de grondwet aller welsprekendheid voor, als hij zegt: Uw woord zij ten allen tijde in aangenaamheid, met zout besprengd, opdat gij moogt weten, hoe gij een iegelijk moet antwoorden. Wèl te spreken is geen vereischte alleen op den kansel en voor de balie, maar ook in het dagelijksch leven en in het maatschappelijk verkeer. deze algemeene
Van
welsprekendheid, die van wel-
bespraaktheid nog te onderscheiden is, is de bijzondere, waarover ik handelen ga, slechts een onderdeel en eene engere toepassing.
Ik houd
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901
Brochures (TUA) | 78 Pagina's
![De welsprekendheid - pagina 11](https://www.digibron.nl/images/generated/brochures-tua/de-welsprekendheid/1901/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901
Brochures (TUA) | 78 Pagina's