De welsprekendheid - pagina 10
Eene Lezing
Veroorlooft mij, in deze ure Uwe aandacht te vragen voor eene rede over de welsprekendheid. Rechtvaardiging heeft, dunkt mij, de keuze dezer stof niet noodig.
Ik heb toch de eer en het
voorrecht, in de eerste plaats het woord te voeren tot vrienden en broeders, wier voornaamste, wier eenige kracht straks liggen zal in het woord. Het v/oord, M. H., zal tegelijk uw zwaard en uw schild zijn ; wapen van aanval en van verdediging bei.
Uw macht zal te grooter, uw invloed te
uitgestrekter zijn, naarmate gij dat wapen met meer bekwaamheid hanteert. Al de andere gaven uws geestes zullen van te grootere heerlijkheid zijn, naarmate zij in het woord een krachtiger en bezielder uiting ontvangen. Bedienaren des Woords, des Goddelijken
Woords, zal uw eernaam zijn.
En daarmee wordt u eene macht toebetrouwd, grooter dan die van
vorsten en wereldgrooten.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901
Brochures (TUA) | 78 Pagina's
![De welsprekendheid - pagina 10](https://www.digibron.nl/images/generated/brochures-tua/de-welsprekendheid/1901/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1901
Brochures (TUA) | 78 Pagina's