Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Heil en zegen - pagina 10

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Heil en zegen - pagina 10

Feestrede over Psalm 3 vs. 9, bij gelegenheid van het huwelijk van Hare Majesteit Koningin Wilhelmina der Nederlanden op den 7 Februari 1901, uitgesproken in de Martinikerk te Groningen

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

10 en doen hetgeen Hem welbehagelijk is, zoodat Zijn Naam om onzent wil niet wordt gelasterd, maar verheerlijkt, en de naaste van ons geen schade lijdt, integendeel des naasten welzijn en zaligheid door ons wordt bevorderd. Onder de hoede van onzen hemelschen Vader zijn wij veilig voor alle geweld onzer vijanden, daar geen haar van ons hoofd kan vallen zonder Zijnen wil. Kent gij, die mij hoort, dat heil ? Kent gij het bij eigen ervaring? - Dan weet gij, dat dit heil het ééne noodige is voor onze Koningin en Haren Gemaal, want ook zij zijn menschen, — in zichzelven verlorene Adamskinderen, zondig en schuldig voor God, - daarbij in Hun hoogen stand van nog veel meer verzoeking en gevaren voor Hun innerlijk en uiterlijk welzijn omringd dan één onzer. Alleen dan zal het huwelijk onzer Koningin gelukkig en gezegend zijn voor Haarzelven, voor den Prins-Gemaal en voor Haar volk, wanneer God het Koninklijk Paar en ons genadig is — ons onze zonden vergevende, — wanneer Jezus Zich ook aan de Koningin en den Prins betoont als Hun Zoenborg en volkomen Heiland, gelijk de gemeente belijdt, dat Jezus ons van God geworden is tot wijsheid en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing. „ H e t h e i l i s d e s H e e r e n " — moet dit nog gezegd, moet het nog gepredikt worden? Spreekt dat niet van zelf? Wie zou het loochenen? Met onze lippen en ons verstand voorzeker, stemmen wij dit ras toe, dat wij van den Heere alleen afhangen, — immers wij zijn geen Godloochenaars, maar houden voor waarachtig, wat God ons in Zijn Woord heeft geopenbaard, - edoch, wie gelooft het in de praktijk? Wie geeft in waarheid den Heere de eere als den Souverein, Die over het heil beschikt? Ach, wanneer het daarom gaat, den Heere alleen te vreezen, van Hem alleen het heil te verwachten, en liever alle schepselen te laten varen, dan in het allerminste tegen Zijnen Wil te doen, betoonen wij ons allen van nature als Godloochenaars, die met .Farao zeggen: „ W i e is de Heere,

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 februari 1901

Brochures (TUA) | 20 Pagina's

Heil en zegen - pagina 10

Bekijk de hele uitgave van donderdag 7 februari 1901

Brochures (TUA) | 20 Pagina's