Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De moraal van het Humanisme, en van het Christelijk geloof; in haar beteekenis voor de opvoeding der jeugd - pagina 11

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De moraal van het Humanisme, en van het Christelijk geloof; in haar beteekenis voor de opvoeding der jeugd - pagina 11

Rede, uitgesproken in "Maison Stroucken", te Amsterdam, op 18 Februari 1901..

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

11 II. De moraal van het Christelijk geloof. Beschouwen we in de tweede plaats, in betrekking tot ons onderwerp, wat de moraal van het Christelijk geloof ons leert, en in de practijk doet aanschouwen. Tegenover het Humanisme staat het Christelijk geloof hier in de eerste plaats vierkant tegengesteld, wat aangaat het u i t g a n g s p u n t . Het Christelijk geloof ziet in den mensch het b e e l d G o d s . Het erkent en w e e t , dat de mensch van huis uit een naar God geschapen hart heeft. Hij is mensch, in zooverre en naar die mate hij beeld Gods is. Afgedacht dus van het feit der zonde zelfs, vormt de religie den grondslag van al zijn denken en leven. In de religie ligt het zwaartepunt. Maar nog meer. Die mensch is gevallen, en heeft daardoor het beeld Gods in engeren zin verloren. In steê van het kind te aanvaarden als met een goede natuur, wordt het kind gezegd in zonde ontvangen en geboren te zijn. Het heeft een verdorven hart. Het kind naar zijn wil en de natuur opgevoed, is er alles te vreezen, niets te hopen. Doch daar is nóg meer. Het Christelijk geloof weet ook, dat de kinderen des Verbonds leven onder het Verbond der genade. In Adam gevallen ; maar in Christus een weg ter verlossing. De religie wordt dan C h r i s t e l ij k e religie. De opvoeding, de school behoort C h r i s t e 1 ij k te zijn. Alles te zamen genomen, komt de beschouwing van het Christelijk geloof hierop neer : Hetgeen de mensch door den val heeft verloren, kan hij in en door Christus wedervinden. Door Christus wordt hij weder beeld Gods, en als zoodanig echt mensch. Van een gevallen mensch wordt hij in Christus een weder opgericht, een nieuw schepsel; dat is: van een zondaar weder beeld Gods. Christen en mensch vormen dus geen tegenstelling. Integendeel. Hij is in die mate mensch, als hij beeld Gods is ; en beeld Gods in die mate, als hij Christen is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 18 februari 1901

Brochures (TUA) | 16 Pagina's

De moraal van het Humanisme, en van het Christelijk geloof; in haar beteekenis voor de opvoeding der jeugd - pagina 11

Bekijk de hele uitgave van maandag 18 februari 1901

Brochures (TUA) | 16 Pagina's