Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Moraal van het Humanisme, en van het Christelijk geloof in haar betekenis voor de opvoeding der jeugd. - pagina 12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Moraal van het Humanisme, en van het Christelijk geloof in haar betekenis voor de opvoeding der jeugd. - pagina 12

Rede, uitgesproken in "Maison Stroucken", te Amsterdam, op 18 Februari 1901

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

12 »De mensch — hij wordt alleen als Christen, En met zijn God hereend, ten mensch." Uit dit uitgangspunt vloeit vanzelf, in de tweede plaats, een geheel andere methode der opvoeding voort, dan op Humanistisch standpunt. Het Christelijk onderwijs heeft een van nature slecht kind voor zich, geneigd tot het kwade. Ja, het kwade komt niet alleen van buiten af tot hem, maar spruit voort uit het binnenste van zijn h a r t ; het gedichtsel van des menschen hart is boos van der jeugd aan. Derhalve is hier de opvoeding niet slechts negatief, maar vooral ook positief. Het goede, 'twelk de Christelijke onderwijzer dus zelf hebbe te kennen, moet worden voorgehouden en ingeprent; niet slechts aanbevolen, maar als eisch des Heeren tot de conscientie worden gebracht. Van een eerbiedigen van de inzichten van het kind mag dus geen sprake zijn. Niet de onderwijzer moet het kind eerbiedigen, maar het kind worde geleerd eerbied te hebben voor den onderwijzer. Deze moet optreden met gezag en tucht. Zoodat, vervolgens, niet in de allereerste plaats het oordeel, maar wel het g e h e u g e n trede op den voorgrond. 't Is waar, hooge verantwoordelijkheid wordt daardoor geladen op den onderwijzer. Maar deze moet dan ook, zelfbewust van de waarachtigheid van zijn beginsel, overtuigd van het heil zijner lessen, op godsdienstig en maatschappelijk gebied, met al de majesteit dier zelfbewustheid en overtuiging optreden. Door het geheugen bij het kind te plaatsen boven het oordeel, zal de band der traditie moeien worden aangelegd met Schrift, historie, vaderen en Oranje-huis (wat ons vaderland aangaat). Religie en mysterie mogen al niet ten volle en in heel hun diepte worden gegrepen door het kind, toch mogen ze niet worden geweerd van het terrein der opvoeding ; overmits ook het mysterie der zonde (ook onbegrepen door het kind) en het a n t i-religieuze van huis uit schuilt in het hart des kinds ; overmits de mensch zelf een gedeelte (of 't geheel ?) van zijn bestaan

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 18 februari 1901

Brochures (TUA) | 16 Pagina's

De Moraal van het Humanisme, en van het Christelijk geloof in haar betekenis voor de opvoeding der jeugd. - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van maandag 18 februari 1901

Brochures (TUA) | 16 Pagina's