Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 30

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 30

Rede, gehouden op den Theologischen School Dag te Kampen, den 2 Juli 1901..

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

31 rekent, handhaaft onze belijdenis, niet alleen de wezenlijkheid der stoffelijke wereld en de waarheid van het individueele bestaan, maar belijdt boven en buiten de wereld een zelfbewust persoonlijk God, die overal present, naar zijn raad en wil hemel en aarde heeft geschapen en het leven der menschheid, der volken en der menschen bestuurt en regeert. Naar onze belijdenis heeft, zoowel de enkele mensch als het geheel der menschheid, zijn bepaalde beteekenis. Ieder individu heeft zijn eigen verleden, zijn eigen geschiedenis, zijn eigen toekomst, maaide enkele ontvangt vooral zijne beteekenis in betrekking tot het geheel. Dr. J. Woltjer wijst in „het Jaarverslag der Vereeniging voor voorbereidend universitair onderwijs te Amsterdam," 1895, er terecht op, dat in de Schrift niet het individueele bestaan, maar het organisch verband telkens weder op den voorgrond treedt. „De geschiedenis van Israël is in haar aanleg, in haren wortel en in hare strekking wereldgeschiedenis, geschiedenis der menschheid." (.Jaarverslag pag. 22). Evenwel zijn de individuen niet gelijk de golven der zee, die opkomen en verdwijnen, zonder wezenlijk, persoonlijk bestaan en voortbestaan, neen het lot, het leven, de duur des levens en de ure des stervens is door den Heere bepaald, de plaats van hun woning is verordend, het levensmilieu vastgesteld. Ook die gestorven zijn, leven voort, zij zijn niet der vernietiging ten prooi geworden. En voorts zegt onze belijdenis dat de geschiedenis uitloopt op de verheerlijking van Gods Naam en op de komst van zijn heerlijk Koninkrijk. Het einde zal zijn de wederkomst van Christus ten oordeel. „Wij gelooven achtervolgende 't Woord Gods, dat als de tijd, van den Heere verordend, (die allen creaturen onbekend is) geko-

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 juli 1901

Brochures (TUA) | 39 Pagina's

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 30

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 juli 1901

Brochures (TUA) | 39 Pagina's