Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 5

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 5

Rede, gehouden op den Theologischen School Dag te Kampen, den 2 Juli 1901..

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

6 Men kan toch van wetenschap spreken in den zin van wetenschappelijk onderzoek en in de beteekenis van het resultaat van dat onderzoek. Wij komen tot wetenschap niet anders dan door een nadenken van de gedachte Gods, die Hij in zijn schepsel gelegd heeft. God zelf is de Bron van alle zijn, de Zon van alle licht, dat ons beschijnt en in ons glanst. Hij is eeuwig zelfbewust, „Er is in den Heere onzen God een zelfstandig Goddelijk denken, dat niet in Hem opkwam uit de geschapene dingen, maar aan de Schepping aller dingen voorafging. Hij denkt niet, omdat Hij schiep, maar Hij schiep, na gedacht te hebben. En dat denken Gods, dat aan zijn besluit voorafging, was niet het opdoemen van toevallige denkbeelden uit een mystieken onbewusten ondergrond van zijn wezen, gelijk het wel eens is voorgesteld, maar een geheel zelfstandig denken, in volle Goddelijke klaarheid van bewustzijn" (KTJYPER, De wetenschap, Heraut, No. 1218). Niemand is ooit Gods raadsman geweest. Van niemand heeft Hij ooit iets geleerd, dat Hij uit zich zelf niet wist. Zelfstandig, geheel onafhankelijk denkt Hij en brengt daarna het gedachte buiten Zich tot openbaring, door den Logos. Schept God de wereld door den Logos, dan volgt daaruit, dat in alle geschapene dingen denken Gods ligt besloten. Er bestaat niets, ot het is belichaming van de gedachte Gods. God denkt, en het is de gedachte Gods, die aan de geschapene dingen hun bestaanswijze, hun vorm, hun levenswet, hun bestemming en hun verloop voorschrijft. Alles gaat naar een vast plan, naar een vasten regel, naar het eeuwig besluit Gods. Nu is het het welbehagen Gods geweest, om van deze

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 juli 1901

Brochures (TUA) | 39 Pagina's

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 5

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 juli 1901

Brochures (TUA) | 39 Pagina's