Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 34

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 34

Rede, gehouden op den Theologischen School Dag te Kampen, den 2 Juli 1901..

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

35 gegeven, maar stiert en regeert ze alzoo naar zijnen heiligen wille, dat in deze wereld niets geschiedt zonder zijne ordinantie", Conf. Art. 13. Tegenover de evolutietheorie leert ze, dat het bestaande niet langs den weg van ontwikkeling, maar door een daad van God Almachtig, door Schepping, is ten aanzijn geroepen. Hij schiep mensch en dier, boom en plant, mineralen en delfstoffen „een iegelijk schepsel zijn wezen, gestalte en gedaante gevende." Er k o m e n geen nieuwe soorten van schepselen bij, er is geen overgang van de eene soort in de andere, de soorten zijn constant. Tegenover 't Deïsme en 't Materialisme poneert onze belijdenis, dat dezelfde Almachtige en Alomtegenwoordige kracht Gods, waardoor Hij hemel en aarde schiep, na de schepping bestendig door uitgaat tot het geschapene, door welke kracht alles onderhouden wordt, zoodat er niets bij geval is, zelfs niet de geringste beweging of verandering der stofjes. In overeenstemming hiermede belijdt de catechismus dat de Schepper ook wetten gegeven heeft aan zijn schepsel, levenswetten, waaraan het creatuur onderworpen is, natuurwetten. Alles volgt in de schepping zijn vasten gang door de natuurwetten, en deze wetten in de natuur worden van oogenblik tot oogenblik in hun loop bepaald door God. Dit geldt zoowel voor de onderhouding van mensch en dier, door middel van voedsel en deksel, als door het laten voortbestaan der geslachten door voortplanting en door de wetten die heerschen in der starren loop, in de verandering der seizoenen, in de afwisseling van regen en droogte, van dag en nacht, in stormen en onweders, in krankheden, enz. „alzoo dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijze en drank, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede en

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 juli 1901

Brochures (TUA) | 39 Pagina's

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 34

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 juli 1901

Brochures (TUA) | 39 Pagina's