Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 36

Rede, gehouden op den Theologischen School Dag te Kampen, den 2 Juli 1901..

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

37 dienen. Naar het lichaam verwant aan het dier, genomen uit de aarde, staat de mensch toch uitnemend ver boven het dier, omdat hij naar de ziel verwant is aan God, die eeuwige Geest is, Conf. Art. 12. De heerlijkheid van den naam des Heeren is einddoel van het schepsel, ook van het anorganische. Want uit Hem en door Hem en tot Hem zijn alle dingen, Hem zij de heerlijkheid in der eeuwigheid. Daaruit volgt, dat de wereld niet verloren gaat. Wel gaat de gedaante der wereld voorbij, wel is het schepsel onderworpen aan de dienstbaarheid der verderfenis, maar het is geen noodlot, die alles verwoest, maar het is de wil van den levenden God, die zijne gerechtigheid handhaaft en niet alleen de menschenwereld, maar ook den geheelen kosmos zuivert, Tegenover de wetenschap des ongeloofs, die verkondigt, dat het leven voortkomt uit de eeuwige stof en daarin terugkeert, die zegt, dat eenmaal het bestaande in een nacht van duisternis en een dood der bevriezing zal eindigen, stelt onze belijdenis, naar Gods Woord, dat God de Heere, die eenmaal schiep, zijn werk niet zal laten varen, en wij verwachten naar het Woord nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, herboren in schooner gloed dan ze ooit voor God uitschitterden, zonder nacht, zonder dood, zonder ellende. Zoo hebben wij dan in enkele trekken gezien, dat de grondbeginselen, waarvan de geloovige wetenschap heeft uit te gaan bij de beoefening der wetenschap, in de belijdenis zijn opgesloten. Zelfs zouden wij de stellingdurven volhouden, dat er geen Gereformeerd grondbeginsel is, dat als uitgangspunt voor het denken kan gelden, of het is, hetzij dan wel omschreven of in nuce reeds in de 3

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 juli 1901

Brochures (TUA) | 39 Pagina's

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 juli 1901

Brochures (TUA) | 39 Pagina's