De verhouding van de Geref. Kerken tot het theologisch onderwijs tijdens de Republiek - pagina 22
Rede, gehouden op den Theologische School Dag te Kampen, den 2 Juli 1901
— 25 — tusschen Kerk en Overheid of wilt ge tusschen Calvinist en Remonstrant. De kerken gingen hierbij uit van het beginsel, dat de Theol. Professoren in den dienst der kerk stonden.
In
verband waarmee zij aan de Theologie wel een zelfstandige positie toekenden, maar niet dan in dienst der kerk, zoodat diensvolgens
de Professoren aan de inspectie en censuur
der kerk onderworpen waren. 1) Het ambt en de dienst der Doctoren en Professoren was clan ook als een kerkelijk ambt voor en na van af Wezel in de verschillende Kerkenordeningen geregeld. Toch werd ter dezer zake nooit eenige invloed door de Overheid aan de kerken gegund, zoodat ook zelfs het werk der Nationale Synode 1618 en '19 ten opzichte van de Theol. Faculteit zonder vrucht bleef. De verhouding van kerk en Theol. wetenschap of Theol. onderwijs, van kerk en opleiding is aan geen der bedoelde Scholen geregeld.
tijdens de Republiek
ter dezer zake naar eisch
De kerken hadden over de Professoren, hunne
benoeming, ontslag enz. niets te zeggen. wenschen
Zij konden met
en verzoeken en beden komen, het stond aan
Overheid en Curatoren of ze er naar wilden luisteren of niet. Om subjectie der Theol. Professoren aan de Synode inzake het Theol. onderwijs,
was het de kerken te doen.
Dat
hebben ze niet verkregen. De verhouding bleef ongeregeld. 1)
Ui1. A. Kuyper, Leidsclie Professoren enz. p. 34.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 juli 1901
Brochures (TUA) | 28 Pagina's
