Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 39

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 39

Rede, gehouden op den Theologischen School Dag te Kampen, den 2 Juli 1901..

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

40 Calvijn, die, brekend met de traditie van Rome, tot de Schrift teruggingen en de lijnen, vroeger begonnen, verder doortrokken, (Dr. H. BAVINCK, Confessie en Dogmatiek, Theol. Stud. 1901, p. 270). Hoe dichter bij den oorsprong van het Christendom, hoe meer de grondbeginselen kunnen worden geput uit de Schrift, hoe meer de groote vraagstukken tot formuleering komen. Ongetwijfeld komt bij het verdere onderzoek de menschelijke factor veel sterker tot openbaring, dan bij de reeds vastgestelde Dogmata, en vandaar zullen ze niet zoo algemeen worden aanvaard. De beginselen, die aan het denken ten grondslag liggen, zijn gevonden. Wij kunnen derhalve wel ontwikkeling van de belijdenis verwachten, maar dan als uitwerking van de bestaande, gepreciseerd, nader geformuleerd. Wij komen tot de slotsom, dat de belijdenis een groote, een geheel eenige beteekenis heeft voor de wetenschap. Zij bevat de grondbeginselen voor de Gereformeerde beoefening der wetenschap. Aan deze belijdenis zijn de mannen van wetenschap, voorzoover zij Gereformeerd zijn, gebonden. De vrijheid voor de beoefening der wetenschap wordt hierdoor niet gehinderd. Dit zal wel zoo zijn, indien de beoefenaar der wetenschap niet staat op den bodem van Gods Woord en de belijdenis. Maar als lid der kerkelijke gemeenschap gevoelt hij zich een met de belijdenis, deze is voor hem geen lastige, geen onnatuurlijke band, maar uitdrukking van zijn geloof. Vrijwillig aanvaardt hij dezen band, vrijwillig kan hij, zich stellende op den grondslag der belijdenis, met andere geleerden aan eenzelfde inrichting samenwerken.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 juli 1901

Brochures (TUA) | 39 Pagina's

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 39

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 juli 1901

Brochures (TUA) | 39 Pagina's