Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 35

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 35

Rede, gehouden op den Theologischen School Dag te Kampen, den 2 Juli 1901..

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

alle dingen niet bij geval, maar van zijn vaderlijke hand ons toekomen", Cat. vr. 27. Het is God, die de krachten en de wetten in de natuur geschapen heeft en onderhoudt, die tijd en ruimte stelde, die het getal der stofjes bepaalde, de grootte en de ligging der atomen vastzette, de snelheid der beweging verordende. Ook algemeen aangenomen wetten zooals: het behoud van het arbeidsvermogen, de wet der traagheid, de wet, dat geen stof ooit verloren gaat, e.a. zijn door God gegeven. Hij, die de stof schiep, zorgt er ook voor, dat zij, hoe ook omgezet of wisselend, behouden blijft. Hij, die de krachten in de natuur schiep, laat ook die krachten werken. En den mensch begiftigde Hij met het vermogen, dat hij de gedachten Gods in elk deel der schepping kan narekenen, waardoor de mensch heerschappij heeft over de geheele aarde, waardoor hij den aard en de werking der krachten en wetten kan leeren kennen en aanwenden tot zijn dienst. Uitgesloten wordt door de belijdenis „een dualisme van geest en stof van eeuwigheid naast elkander bestaande, een idealisme, dat de realiteit van het stof ontkent, een pantheisme en monisme, dat geest en stof beschouwt als de twee tijden of openbaringsvormen van hetzelfde wezen; wij belijden, dat uit God en door God alle dingen niet alleen eenmaal zijn geschapen, maar ook voortdurend nog zijn." (Dr. J. WOLTJER, Heraut 1144). Ook over het doel der schepping spreekt onze belijdenis duidelijk. Al het schepsel is er om zijnen Schepper te dienen. De mensch, geschapen naar Gods beeld, is, in onderscheiding van het dier, begiftigd met verstand. De schepselen buiten den mensch zijn er om den mensch te dienen, en de mensch is geroepen, om zijnen God te

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 juli 1901

Brochures (TUA) | 39 Pagina's

De beteekenis van de Gereformeerde Belijdenis voor de wetenschap - pagina 35

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 2 juli 1901

Brochures (TUA) | 39 Pagina's