"Ga gij uit uw land en uit uw maagschap" en Een wapen in den strijd tegen Ismaël - pagina 12

14

„ G A G I J U I T U W LAND EN UIT U W

MAAGSCHAP*'.

vanzelf aan het woord des Heeren aan. Het pronkt niet in zijn optreden. Het zoekt geen opspraak te maken. Het jaagt niet naar roem voor zichzelf. Het redeneert niet. Het wil en weegt niet het voor en het tegen. Het bemoeit zich niet met wat voor Gods rekening l i g t . . . . Het buigt, het valt, het geeft, het verlaat zich geheel op het Woord van God, dat macht heeft op de ziel. Abraham ontvangt het woord: „Ga gij uit uw land en uit uw maagschap" en ziet daar gaat hij henen. Dat woord is zijn staf, zijn God is zijn Licht, het geloof is zijn-kracht. Door het geloof is het heengaan vanl zijn geboortegrond, wat het hem ook kosten moge, een ganse« natuurlijke, de eenig mogelijke weg, dien hij bewandelen moetl Maar dit wil geenszins zeggen, dat daarom het geloof! geen strijd zou kennen. Zelfs meestal komt dit zuiver goudj des geloofs uit een felle loutering op. Achter dat eenvoudig] buigen en zich gewonnen geven ligt dikwijls de verborgen bloedende wonde eener hevige worsteling. Immers, wie gelooft, | geeft op om te leven uit eigen kracht en wil en inzicht, en verloochent zich zeiven. De achtergrond van het geloof is daarom de genade der zelfverloochening, zonder welke hetl geloof onbestaanbaar is. Abraham zet den voet in des Heeren weg, maar bij elke schrede eisebt zijn geloof een altaar, waarop hij offert, stuk na stuk, wat hem dierbaar is voor vleesch en bloed. Ook uw geloof, waarin gij van ons henengaat, geliefde Broeder! bestaat zonder die verloochening van uzelven niet.| Gij offert op, wat wij mogen behouden. Uw geloof wordt1 gesteld op een proef, die aan het onze wordt bespaard. Het vraagt het offer van familie en vrienden, van vaderland en Kerk, van veel genot en weelde. Er is veel, wat van heden af voor u dood is, door u zelf moet begraven worden. Maar gij gelooft, en daarom wilt ge, kunt ge uw geloofsofier brengen. Ge hebt de stem uws Heeren gehoord: Ik zal u bij de hand vatten, u een staf geven, uw oog richten van het bewegelijke naar het onbewegelijke. Ik zal bij alle gemis uw Eén en uw Al, bij alle ledigheid uw volkomen vervulling zijn.

{

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen