Het oudste Christendom - pagina 16
Redevoering, uitgesproken bij de overdracht van het rectoraat der Rijks-Universiteit te Groningen, den 16den september 1901.
17 alleen I Petr. I I ,
1 7 , waar de auteur zijne lezers opwekt,
allen in waarde te liouden en de broederschap lief te hebben, en I Petr. V , 9, waar hij hen aanspoort, den tegenpartij der te wederstaan in het besef, dat hun broederschap alom onder hetzelfde lijden gebukt ging.
CLEMENS
prijst de Korinthiërs omdat
de belangen der broederschap hen dag en nacht bezighielden 1 ); in de Latijnsc.he vormen fraternitas, de Eossi
aangewezen
woord drukt
in
cuncti fratres is het dooi-
de Bomeinsche catacomben 2 ).
de verhouding
uit, waarin
Het
de Christenen tot
elkander stonden en de roeping, welke zij als zoodanig jegens elkander hadden. Het is een aantrekkelijk beeld, dat Lukas in
de Handelingen
der Apostelen
van
hen heeft
gegeven!
Echter moeten wij zijne berichten met omzichtigheid raadplegen. Kennelijk stond Lukas in het eerste gedeelte van zijn geschrift verder van de gebeurtenissen af dan in het tweede. Over de Pinkstergeschiedenis Avas hij niet nauwkeurig ingelicht. Zijne opgaven over den voorspoedigen wasdom der gemeente stellen onderscheiden vragen. De redactie is niet onberispelijk. "Wij hebben ons hierover zoo weinig te verwonderen, dat eer het tegengestelde een reden van wantrouwen zijn zou. Lukas was geen ooggetuige. Waarschijnlijk heeft hij voor het eerste gedeelte der Acta zich bediend van een Joodsch-cliristelijke bron, misschien wel van de hand van Johannes Markus. Ook de redevoeringen
in
de Handelingen
zijn een vrije reproductie.
Oorspronkelijk zullen zij veel langer geweest zijn. De sprekers improviseerden; zij traden onvoorbereid op onder den indruk van het oogenblik. A a n een opteekening hunner woorden dacht men aanvankelijk niet. Dit geschiedde eerst later, in den vrijen vorm, dien wij in de Handelingen hebben. Tot de historische elementen behoort in elk geval, ondermeer, het bericht, dat de broederschap fonkelde van geestdrift en veerkracht. „Het eenig
arvalischen Brüder, aber nur, weil dieselben die Stiftung ihrer Genossenschaft auf die zwölf Söhne der Aeca Larentia zurückführten" (R. S. I 108; Henzen, Acta fratr. Arv. pag. 1). 1)
H. II.
)
KRAUS
2
t. a .
p.
2
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 16 september 1901
Brochures (TUA) | 39 Pagina's
![Het oudste Christendom - pagina 16](https://www.digibron.nl/images/generated/brochures-tua/het-oudste-christendom/1901/09/16/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van maandag 16 september 1901
Brochures (TUA) | 39 Pagina's