Het oudste Christendom - pagina 27
Redevoering, uitgesproken bij de overdracht van het rectoraat der Rijks-Universiteit te Groningen, den 16den september 1901.
28 reisden „erstaunlich viel", zegt gedwongen,
als
slaven
ZAHN1),
gedwongen en niet
en handwerkslieden,
als
artsen
en
kooplieden. Het verruimde hun blik en verhief hen boven het enghartig locale. In het licht hiervan beschouwe men ook de gedurige vermaning tot het verleenen van „gastvrijheid". Vooral de opzieners der gemeenten moesten hierin uitmunten 2 ). herberg was goed voor matrozen en voerlieden
3).
I)e
Het voorbeeld
van Abraham, die onwetend Engelen herbergde 4 ), en het woord van Jezus „ik was een vreemdeling en gij hebt mij geherbergd'" 1 ) keeren in de Oud-Christelijke litteratuur telkens terug. I)e eerste Brief van Clemens prijst de Korinthiërs vanwege hun bijzonder groote gastvrijheid 5). Dat de oudste Christenen deze liefdeplicht niet altijd even bereidvaardig vervulden, leert de eerste Brief van Petrus 6 ); misschien omdat zij dikwijls de dupe geworden waren van sluwe bedriegers, voor welke de Didache zoo uitdrukkelijk Waarschuwt 7 ). Ook hadden de eerste Christenen nog een speciaal geloofsmotief om zich in het wereldverkeer te voegen. De Missie zat hen als 't ware in het bloed. Het was hun een heilige roeping anderen deelgenooten te maken van het heil, dat zij zeiven in Christus gevonden hadden, en de volkeren te christianiseeren.
Mannen als Philippus, Barnabas, Silas,
Timotheüs, Titus en, 0111 niet te vergeten, „het oecumenische echtpaar", Aquila en Prisca vinden wij nu hier, dan daar.
!)
ZAHN , Skizzen aus dem Leben der Alten Kirche 1894 S. 173. 1 Tim. 3 , 2. Tit. 1 , 8. Vgl. 1 Tim. 5 , 10. ABISTIDES, Apol. Strom. I I , 41. 2)
3)
Vgl. ZAIIN, t. a. p. S. 306 Aant. 17.
5)
Vgl. Hebr. 13, 2. Matth. 2 5 , 35. II. 1 , . 2 .
6)
II. 4 , 9 : Weest gastvrij jegens elkander, zonder morren.
1)
15, 7. Clem.
De Didache geeft dienaangaande bepaalde voorschriften in II. X I I , 1 v.: En een ieder, die komt in den naam des Heeren, worde opgenomen; dan echter zult gij hem beproeven en het rechte en het valsche onderscheiden; want gij zult inzicht hebben. Is de komende een reiziger, helpt hem dan zooveel gij kunt; hij zal echter niet langer dan twee of drie dagen bij u blijven, wanneer het noodig is. Maar indien hij zich bij u wil nederzetten, een ambachtsman zijnde, hij werke en ete. Maar indien hij geen ambacht verstaat, draagt dan zorg overeenkomstig uw inzicht, dat geen Christen als een werklooze met u leve. Maar als hij zoo niet wil doen, is hij een, die met Christus winst drijft; wacht u voor de zoodanigen. Vgl. ook H. XI.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 16 september 1901
Brochures (TUA) | 39 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 16 september 1901
Brochures (TUA) | 39 Pagina's