Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade - pagina 8

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade - pagina 8

Afscheidsrede over Hebr. 12 vs. 28 en 29

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

niet met idealen of schoone voorstellingen, — het gaat hem om waarheid in de praktijk des levens, om de onderhouding der geboden Gods, — hij kan zich zeiven niet troosten met eene vergeving van zonden, zonder dat de zonde waarlijk weggenomen is, en hij uit de banden der zonde is verlost, uit alle ongerechtigheid ; het moet bij hem openbaar worden, dat hij waarlijk een Koninkrijk heeft ontvangen, hetwelk bestaat in gerechtigheid en vrede en vreugde door den Heiligen Geest; — en er is geen enkele vermaning in de Heilige Schrift, waarvan hij zich kan ontdoen, — het moet bij hem aanwezig zijn, wat God wil. En zie, daar wordt hij nu aangevochten en bestreden door allerlei geesten, die hem toefluisteren : Indien gij u alleenlijk aan de Genade houdt, dan blijft gij in de zonde, het moet eerst gansch anders met u worden, — zóó zondig als gij u nu bevindt, moogt Gij u aan de Genade niet vasthouden ; — g ij moet naar onze inzettingen trachten, tot een ander leven te komen en u zeiven te heiligen, zoo zult gij allengskens Gode meer welbehagelijk worden en Genade bij Hem vinden. En ach, de oprechte, dien het waarlijk om de heiligmaking te doen is, om heiligligheid ook in den wandel, wordt door zulke valsche leeringen der menschen lichtelijk in de war gebracht en verleid, om hetgeen de Genade alleen werkt bij allen, die Genade gelooven, aan de Genade vasthouden, elders te zoeken en alzoo de Genade te verlaten. Zoo ging het ook met de Hebreen, die geloovig geworden waren, maar daarna weder gehoor gaven aan joodsche dwaalleeraars en zich lieten overhalen, om hunne vertroosting en heiligmaking te zoeken bij het levietiscne Priesterdom, en niet bij dien éénigen Hoogepriester, Die door Zijne offerande in eeuwigheid volmaakt heeft

allen die geheiligd worden, geheiligd door den Geest der heiligmaking tot gehoorzaamheid en besprenging met Zijn bloed. En is niet menigeen ook o n d e r o n s , die altoos nog meent, dat de leer der g e n a d e zorgelooze en goddelooze menschen maakt, — menigeen ook onder ons, die het niet durft te wagen, zich aan de Genade over te geven en Genade te gelooven tegen de zonde in, welker macht hij bij zichzelven gevoelt ? Maar, Geliefden, moet dan de gezonde genezen of de kranke ? Moet de reine gereinigd worden of de onreine ? Moet de zondaar Genade hebben of de rechtvaardige ? Welnu, zijt gij krank, zijt gij zondaar, zijt gij onrein, — hier is de medicijn, hier de genezing, hier het water, dat u reinigt van alle zonden : de Genade en het geloof aan die Genade. Gaat het u daarom, den Wil Gods te hebben gedaan ? Is het u daarom te doen, dat gij gered zijt uit den eeuwigen dood ? U kan geen medicijn van de medicijnmeesters, die gij tot hiertoe raadpleegdet, helpen, alle eigen kracht is u ontvallen, — hier komt God en spreekt met macht, — Hij schept wat Hem behaagt, Hij spreekt door Zijnen gezant, die zelf ook een arm menschenkind is : Laat ons de Genade aangrijpen, laat ons de Genade vasthouden — immers dat is de wil Gods, dat een iegelijk, die den Zoon aanschouwt en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe. A l l e e n d o o r d e z e g e n a d e v a s t t e h o u d e n d i e n e n wij G o d e w e l b e h a g e l i j k . — Dat is niet een dienst, dien God van noode heeft of door welken wij Gode iets zoude moeten toebrengen ; — neen, het is een priesterlijke dienst, gelijk dat ook wordt aangeduid door het woord, dat wij hier in den grondtekst lezen. Want Christus heeft al de Zijnen niet alleen tot koningen, maar ook tot p r i e s t e r s gemaakt, die

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 september 1901

Brochures (TUA) | 15 Pagina's

Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade - pagina 8

Bekijk de hele uitgave van zondag 29 september 1901

Brochures (TUA) | 15 Pagina's