Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 54

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 54

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

48

verlossing. Hij is de profeet, die God verklaart, en die den Vader heeft verkondigd. 3e. profeet is, niet slechts door Zijn Woord, maar door Zijn persoon, in Zijn komen tot wereld, verlossingswerk enz. Thans onderwijst Christus Zijn kerk door Zijn knechten in de kracht des H. Geestes. Ef. 4 : 1 1 . De wonderen behoorden bij het woord van een profeet. En waren »teekeuen", om de waarachtigheid van zijn woord te bevestigen. In dat licht moeten ook de wonderen van Christus worden bezien. Ja, feitelijk kan men die wonderen niet alleen tot Zijn profetisch ambt beperken. Zoo worden de wonderen ingedeeld naar Zijn drie ambten: Profetische wonderen, die dan in engeren zin de waarheid van Zijn woord bevestigen. Priesterlijke wonderen, die Zijn barmhartigheid doen uittreden. Koninklijke wonderen, die getuigen van Zijn macht in hemel en op aarde. B.

Het Hoogepriester-ambt van Christus.

Ook als Hoogepriester was Christus beloofd, zie Ps. 110:4; en vóórgebeeld in het Oud-Testamentisch priesterschap. De werkzaamheden van een priester waren inzonderheid: offeren, bidden, zegenen.

Maar wederom gaat Christus in deze priesterlijke bediening boven allen uit, door de éenigheid en volmaaktheid van Zijn priesterschap. Hij is de eenige priester voorwaar, doordien Hij een offer bracht, dat waarlijk de verzoening tot stand bracht. Immers Hij bracht zichzelf als liet Lam ten offer. *) In onderscheiding der andere priesters, behoefde Hij niet voor de zonden van zichzelf eerst te boeten. Vandaar was Zijn offer éénig van waarde, als voor anderen. Zie Hebr. 7 : 26. En daarom is ook Zijn bidden van geheel éénigen aard. Omdat Hij volkomen voldaan heeft in Zijne offerande aan den wil des Vaders, daarom is nu ook Zijn bidden een eischen tevens. Zijn voorbede is een eischen op grond van Zijn volbracht verlossingswerk. Hij bepleit daarop de zaligheid der Zijnen met een heilig: »Vader, ik wil". Zie Rom. 8 : 34; 1 Joh. 2 : 1 , 2 ; Ilebr. 9 : 24. *)

Zie straks nader onder „de staat van vernedering".

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Brochures (TUA) | 96 Pagina's

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 54

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Brochures (TUA) | 96 Pagina's