Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 20

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 20

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

13

Tot Gods wil behooren vele eigenschappen, inzonderheid

zijn goedheid, heiligheid en rechtvaardigheid. Die goedheid Gods is 't inbegrip van al Gods deugden, gelijk llij er de zalige in is en openbaart zich als :

liefde: d. i. goedheid, waarbij niet alleen weldaden maar zichzelf wordt geschonken, bovenal in de gave zijns Zoons 1 Joh. 4 : 9 ; genade: d. i. goedheid die bewezen wordt tegen onze verdienste in; barmhartigheid: d. i. goedheid bepaaldelijk jegens ellendigen geopenbaard ; lankmoedigheid: d. i. sparende goedheid, waarbij God liet oordeel en de straf uitstelt; goedertierenheid: is de bijzondere gunst tot zijn volk. De Heiligheid doet ons God kennen als zonder zonde, een afkeer hebbende van de zonde. Deze deugd verkondigt in het 0. T. ons de gansche relatie (betrekking) van God tot Israël, en is 't princiep (beginsel, bron) van alle kastijding en straf; en is in 't N. T. in den H. Geest 't princiep van de heiliging der gemeente. De Rechtvaardigheid Gods is die deugd, waarnaar Hij een iegelijk vergeldt naar zijn werk. En zegt ons, dat God de Heer en de Gebieder is, Hij alleen de wetten geeft; en er ook naar handelt, 't Is volstrekt geen deugd, die ons moet doen beven. Veelmeer is Gods gerechtigheid een bron van vertroosting; als wij n.1. maar naar de wet Gods het hebben gemaakt. Indien we voor Gods rechtvaardigheid moeten sidderen bewijst dit, dat het bij ons niet in orde is.' Men verwarre deze eigenschap dus niet met b.v. toorn enz. Toorn enz. zijn niet in dien zin eigenschappen ; beter is het te zeggen, 't zijn aandoeningen in God, in Hem als den Heilige veroorzaakt door het onheilige dat voor Zijn aangezicht optreedt. c. Gods macht. Deze is een almachtige, en beteekent dat God kan al wat Hij wil. Eenerzijds dus verbiedt ons de Schrift aan te nemen dat God b.v. zou kunnen zondigen enz. Want die macht ligt in God in volkomene harmonie met zijn andere deugden, en treedt als in een volmaakt God nimmer op in strijd met Zijn wil. En anderzijds strekt het mogelijke zich verder uit dan het werkelijke. 3.

De Persoonsnamen Gods of de Drieëenheid.

Nog hooger dan in de wezensnamen of eigenschappen Gods,

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Brochures (TUA) | 96 Pagina's

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 20

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Brochures (TUA) | 96 Pagina's