Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Blijven of heengaan? - pagina 76

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Blijven of heengaan? - pagina 76

Een vraag en een antwoord

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Prof.

Biesterveld

en ik niet welkom zijn.

Het gaat hier

niet over onze personen ; wij gelooven gaarne, dat men ook aan die zijde van harte begeert, dat wij onzen arbeid aan de Theol. School voortzetten.

Maar het gaat over het objec-

tieve standpunt, dat de minderheid tegenover het door de Synode

aangenomen

voorstel en dus tegenover twee van

de voorstellers ervan heeft ingenomen.

En dan is het dui-

delijk, dat wij beiden in het oog dier minderheid niet anders kunnen zijn dan schenders van het beding en ondermijners der School. In het laatste, voor de Synode verschenen Bijblad

van zijn maandschrift (Juli en Aug. 1902 bl. 58)

schreef

Prof. Lindeboom:

De

middenpartij

schuld aan de onrust, sedert jaren.

heeft groote

Niet heet en niet koud

voor „het beding" en de vrijheid der kerken en de Theol. School; met haar zeeziekmakende slinger-taal van: nog niet rijp; zoolang de kerken de School hebben; om des vredes wil zachtaan enz. enz. — heeft die partij, willens of onwillens, de linkerzijde gediend als aanknoopingspunt, om telkens

opnieuw weer

te beginnen met plannetjes tot op-

heffing van de „Eigen Inrichting" en alzoo de kerken en hare Theol. School helpen ontrusten. Welnu, het doet er niets toe, of Prof. Lindeboom bij deze beschrijving ook aan ons heeft gedacht of niet. Het is best mogelijk, dat hij daarbij zich gansch andere personen heeft voor

oogen gesteld.

eene middenpartij

Maar feit is, dat wij beiden tot zulk

behooren,

dat wij, indien het met het

behoud van het recht der kerken geschieden kan, vereeniging van School en

en Faculteit hoogst wenschelijk achten;

dat wij met name voor het beding van 1892 volstrekt

geen bijzondere voorliefde gevoelen. Zulke mannen kunnen nu, afgedacht van onze personen, niet naar het hart der minderheid zijn. ven,

Indien zij aan de School verbonden blij-

zijn ze haar meer

schadelijk dan voordeelig.

Hun

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Brochures (TUA) | 92 Pagina's

Blijven of heengaan? - pagina 76

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Brochures (TUA) | 92 Pagina's