Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 88

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 88

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

82

natuur van ons bestaan in. Wat sterven is zien we dagelijks, maar het te verklaren, gelijk men in de kringen des ongeloofs dat woord verklaren bezigt, is nog aan niemand gelukt. Buiten de Schrift om, is het sterven een mysterie, waarvan het waarom en het hoe een open vraag blijft. Alleen op het standpunt des geloofs is er een antwoord mogelijk. Sterven is daar een strafgevolg van de zonde, vn onzen val in het Paradijs. In den val ging de mensch tegen zijn eigen natuur in. Tot leven geschapen, werpt hij zich in de armen des doods. De bezoldiging der zonde is de dood, zegt de apostel Paulus. Dit is het antwoord op de vraag: waarom moeten wij sterven? Een inzicht in het wezen der zonde alleen doet ons verstaan dat we sterven, en wat sterven is. Leven toch is relatie, een wederkeerige betrekking tusschen uiterlijke en inwendige verhoudingen. Niemand outving schooner en hooger leven onder de schepselen dan de mensch. Hij staat in verband met alles op aarde, en evenzoo met den hemel en zijne engelen, ja, met God Drieëenig zelf. Nu is de zonde de verbreking en verstoring van al die rechte gemeenschap. Immers de zonde (zie het hoofdstuk over de zonde) is de doorsnijding van den band tusschen den mensch en zijn God. Vandaar heeft de zonde niet alleen als gevolg en straf den dood, maar is de zonde in haar aard en wezen reeds zelf de dood, zij valt er mede saam. Ware er nu geen genade bij God, dan was ook in het uur van den val, heel de schepping teruggekeerd van kosmos (sieraad) tot chaos. Nu God genade in Christus had bereid geschiedde dit niet. Feitelijk beleeft de wereld dan ook van na den val tot aan Christus' wederkomst een groote tusschenperiode, üj. die van de toebrenging der uitverkorenen, van de openbaring en verwezenlijking van den weg des heils. Is dat naar den Raad Gods voleindigd, zijn al de uitverkorenen tot God gebracht, dan komt Christus, vindt de opstanding der dooden plaats, komt het oordeel, ook een nieuwe hemel en aarde, en daarna gaat het dan eigenlijk eerst tot in eeuwigheid in verheerlijkte mate op de oorspronkelijke lijn voort. Wat volgt hier nu uit, voor hen die leven in deze bedeeling? Dit, dat zij na korter of langer tijd op aarde in

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Brochures (TUA) | 96 Pagina's

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 88

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Brochures (TUA) | 96 Pagina's