Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 57

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 57

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

51

2.

Zijn lijden.

3.

Zijn dood.

4.

Zijn begrafenis.

5.

Zijn nederdaling ter hel.

Dit lijden begint al met de eerste ure Zijns levens op aarde. Loopt heel zijn leven door. Maar is tot het hoogste punt geklommen aan het einde Zijns levens, 't Was een lijden in lichaam en ziel, zie Matth. 26 : 38; 1 Petr. 2 : 24. Dit lijden was bewijs van Zijn gehoorzaamheid; tot een rantsoen voor de zonden, tevens voorbeeld voor de Zijnen, en tot een overwinning der wereld. Als straf op de zonde was de dood bedreigd, daarom moest Christus ook sterven. De waardij van het sterven Christi ligt hierin, dat-flij Zijn leven gaf; en dat wel waar de dood Hem niet (gelijk ons wel) van nature kon vellen. Zijn sterven was een daad, van éénige waardij, overmits Hij het leven niet alleen had, maar was. Wij hebben het leven niet naar eigen vrijen wil. Hij kwam naar eigen beschikking ter wereld. Daarom was Zijn leven den Vader aangeboden werkelijk een oifer. Den kruisdood stierf Hij, omdat die dood van God vervloekt was, en Hij in dien weg tot een vloek werd om ons van den vloek der zonde te verlossen. Gal. 3 : 13; vgl. Deut. 21 : 23. Dit was een stuk lijden, nademaal er in uitgesproken is, dat Hij ofschoon Zijn geest overgevende in de handen des Vaders, die Hem opnam in het paradijs, — toch een tijd heeft verkeerd in den staat des doods. Hij was dus volkomen onder de macht van den dood, en heeft alzoo ten volle de straf des doods gedragen. Tevens is het een bewijs dat Hij waarlijk gestorven is, en dus ter getuigenis dat Hij uit de dooden is opgestaan. Dit stuk komt na de begrafenis, niet in orde van tijd alsof dit lijden had plaats gevonden na den dood, maar in orde van zaken, 't Was het ergste in de vernedering, hoewel plaats vindende vóór Zyn sterven. Het beteekent, dat Christus wel heel Zijn leven door in al Zijn lijden, maar inzonderheid toch aan het kruis, de angsten der hel heeft doorworsteld, vooral toen Hij uitriep: Eli, Eli enz. Matth. 27 : 46. Nademaal wij met lichaam en ziel moesten ter helle dalen, heeft Christus dit lijden ook met lichaam en ziel, dus vóór 4*

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Brochures (TUA) | 96 Pagina's

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 57

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Brochures (TUA) | 96 Pagina's