Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 72

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 72

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

66

God in ons wordt medegedeeld, een onbeschrijflijk heerlijk iets is, in zichzelf volkomen. Wie uit God geboren is zondigt niet, zegt Johannes dan ook. Maar dat zegt nog niet dat de geloovigen als mensch, met een ook verdorven natuur nog worstelende, niet zouden zondigen. Integendeel. Als dit ter sprake komt, zegt diezelfde Johannes, dat als we zouden zeggen geen zonde te hebben, we dan onszelf verleiden, zie 1 Joh. 1 : 8. Tegen de leer der volmaaktbaarheid aan deze zijde des grafs, pleit dan ook het volgende : le. Philip. 3 : 12 vermaant om „na te jagen;''zelfs Paulus heeft dat noodig. 2e. De Schrift somt gedurig de zonden van Gods volk op ; zie David, Hiskia enz. Paulus roept uit : »ik ellendig mensch." 3e. De Schrift ontkent het dan ook beslist, dat de geloovigen in dit leven vrij van zondigen worden, zie Spr. 20 : 9 ; Jak. 3 : 2 enz. 4e. De 5e bede van het Gebed des Heeren was anders voor Gods volk overbodig. 5e. De Schrift vermaant gedurig ook Gods volk, om toch de zonde te verlaten. Wel spoort de Schrift aan tot verderen voortgang, jaeischt de volmaaktheid, maar dit zegt alleen, wat van Gods zijde moet gesteld worden. God kan niet minder dan het volmaakte tot eisch stellen. De Schrift vermaant nu in zulke sterke bewoordingen de zonde te verlaten, dat men anderzijds zou gaan denken, dat de zaligheid van de heiligmaking afhing, of dat er een »afval" der heiligen mogelijk ware. De leer van den afval der heiligen moet beslist worden verworpen. Wel gebruikt de Schrift menigmaal krasse vermaningen, die, oppervlakkig beschouwd, den indruk konden vestigen, dat de niet-opvolging insloot het verderf van Gods kinderen, maar dat is juist het middel, waardoor God hen staande houdt. De H. Schrift stelt helder en klaar vast, dat er is een volharding der heiligen ; d. w. z. dat allen die eenmaal door Gods Geest wedergeboren zijn, nimmer van de genade kunnen vervallen en verloren gaan. De vraag is hier eenvoudig : handhaaft God zijn eens in ons begonnen werk, ja of neen ?

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Brochures (TUA) | 96 Pagina's

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 72

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Brochures (TUA) | 96 Pagina's