Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 28

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 28

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

21

vrijheid dan nog te redden. Tegen beide opmerkingen wegen de volgende bezwaren : Wat het eerste standpunt aangaat, om de Pelagiaansche lijn consequent door te trekken, daartegen hebben we als bezwaar, dat dan de wereldgeschiedenis los van God komt, en in haar einde onberekenbaar en onmeetbaar is, zelfs voor God. Dan voert het Pelagiauisme doorgeredeneerd tot Deïsme; dit is de opvatting alsof God en schepping gescheiden en los van elkaar leefden, omdat God zich niet met haar bemoeit. Dan wordt op dat standpunt de mensch wetgever en zedeleeraar, dan zal hij uitmaken wat goed is of kwaad; dan voert Pelagianistye tot Revolutie, gelijk dan ook de Revolutie der 18e eeuw uit het Deïstisch-pelagianisme is voortgekomen. Wat het tweede gevoelen aanbelangt, het ware Remonstrantsche, daartegen geldt, dat deze opvatting ons niets verder helpt, maar alleen de kwestie verschuift. Laat men als de Remonstranten aannemen, dat de uitverkiezing ingeruild moet worden voor wat Gods voorwetenschap is, maar dan is die voorwetenschap toch van dien aard, dat haar voorwerp als vast vooruitgeweten wordt. De Remonstranten toch leeren evenzeer, dat het getal dergenen, die zalig worden, vast staat. De uitkomst is bij hen en bij ons gelijk, maar als dat waar is, dan moeten ook die menschen, die voorwerp van de voorwetenschap zijn, zalig worden. Voor wilsvrijheid blijft op dit standpunt feitelijk evenmin ruimte. Die menschen der voorwetenschap zouden b.v. onmogelijk kunnen verkiezen om niet te gelooven. Immers, heeft God geweten, wie er zullen gelooven ? best, maar dan weet Hij dit toch eveneens eeuwig en onveranderlijk. Neen, men doet wijzer om dan het Gerei', standpunt in te nemen, waarbij dan ook rust aangeboden wordt voor het denken. Want hard is ten slotte niet de Geref. leer, maar wil men van hard spreken, dan zijn de feiten hard, de feiten van wel en wee, van vreugd en ellende. Die feiten neemt niemand weg. Alleen, de Gereformeerde heeft bij de overweging dezer tegenstelling een rustpunt voor zijn denken, in het geloof in God, den Al wijze en Heilig-Rechtvaardige, die alle dingen bestiert naar Zijn welbehagen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Brochures (TUA) | 96 Pagina's

Handleiding bij de beoefening der geref. geloofswaarheden - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Brochures (TUA) | 96 Pagina's