Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Openbaring en rede - pagina 28

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Openbaring en rede - pagina 28

Referaat gehouden op de Meeting van de Provinciale Universiteitsdag te 's-Gravenhage op 5 februari 1902..

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

30 zichzelf niet alleen buiten het geloof der Christenheid, maar ook buiten het geloof der menschheid." Niemand minder dan

IMMANUEL

KANT,

de machtige wijs-

geer van Koningsbergen, is hiervoor het bewijs. Hij beperkt, waar

hij het Rationalisme

het zinnelijk

bekampt, al het kenbare tot

waarneembare. Zijns is de empirische Philo-

sophie, de afgod dezer eeuw, die ons waarlijk nooit zal hebben. Maar toch, ook hij moest belijden, dat hij met de zuivere Rede niet toe kon, daarmede niet volstaan kon, en dringend

behoefte had aan eene practische Rede om zoo-

doende te postuleeren de bekende trits van God, deugd en onsterfelijkheid. Ik beweer, dat hier bij K A N T eene natuurlijke behoefte zich openbaarde, waarbij de natuur sterker was dan de leer;

maar ik

beweer ook, dat deze natuurlijke

behoefte door de bekende postulaats-theorie op averechtsche wijze werd bevredigd. Professor

BAVINCK

heeft in zijne Gereformeerde Dogmatiek

een afzonderlijk hoofdstuk gewijd aan de ongenoegzaamheid der natuurlijke Godskennisse,

waarin hij er op wijst, dat

dit naturalistisch standpunt zonder meer in de oude Grieksche Philosophie tot Scepticisme, in de Middeleeuwen tot Nominalisme, de dood voor alle wetenschap, en in de Nieuwe Philosophie tot Agnosticisme heeft geleid. Laat ons toch nuchteren zijn, en niet dronken worden van zwijmelwijn. De feiten spreken zoo krachtig. Daar is allerwege bij de natuurvolken een roepen om een bijzondere openbaring bij de algemeene. De heidensche volken spreken het uit, dat de kennisse Gods die ze van nature hebben en uit de Natuur

verkrijgen ongenoegzaam, onvoldoende is. De

Mohammedaan heeft behoefte aan zijn Koran, de Boeddhist aan zijne Vedas, de Chinees aan zijne Kings van Confucius, op gelijke wijze als de Christen aan zijn Bijbel. Nu pretendeert de' Naturalist wel, dat het met de cultuurvolken

anders gelegen is, en dat deze de behoefte der

! ) Dr. H. BAVINCK, Gereformeerde Dogmatiek, I, p. 231—234.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 februari 1902

Brochures (TUA) | 46 Pagina's

Openbaring en rede - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van woensdag 5 februari 1902

Brochures (TUA) | 46 Pagina's