Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Diakonie en overheid - pagina 5

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Diakonie en overheid - pagina 5

Referaat gehouden op de Provinciale Diakonale Conferentie der Gereformeerde Kerken in Zuid-Holland, te Rotterdam, 29 mei 1902

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

5 ten laatste machteloos, en de hulp der wereldlijke macht werd ingeroepen. Vooral Karei de Groote heeft zijn maatregelen genomen om de bedelarij te stuiten. Karei V verbood niet alleen de landlooperij, maar heeft ook bepaald, dat alle corporaties en instellingen, welke in zekere steden dienden, om de armen te ondersteunen, een algemeene kas zouden vormen. Een denkbeeld van centralisatie, in onze dagen nog veelszins gehuldigd! Dit duurde niet lang. De dag der Hervorming brak aan, en de geheele organisatie der weldadigheid onderging verandering. Droegen alle instellingen, godshuizen en hospitalen een kerkelijk karakter, alle kerkelijke gestichten werden nu geseculariseerd, en de Katholieke religie werd verboden. Maar de Katholieke en andere niet-gereformeerde armen moesten toch worden verzorgd. Vandaar tal van instellingen in die dagen van wege de Overheid tot dit doel. Uit die dagen dagteekent ook de formule van „domicilie onderstand" (d.i. de plaats, die aangewezen is om den arme te ondersteunen), ook in onze wetgeving bewaard tot 1870 toe. In de eerste jaren der Republiek werden de diakenen belast met de uitdeeling van gaven aan niet-gereformeerden, welke gaven de vroedschappen hun ter hand stelden. Natuurlijk kwamen de Diakonieën daardoor in afhankelijke positie van de Overheid. Bovendien ontvingen ze bij de uitdeeling het verwijt van partijdigheid, waardoor weêr neutrale commissiën naast de Diakonieën werden in het leven geroepen, die den naam droegen van „Aalmoezenierskamers", of wel „HeiligeGeest.-armen". Later deed de Overheid aan de diakenen vele goederen over. maar wilde dan ook toezicht houden, zoodat de diakenen gedeeltelijk staatsambtenaren waren, en een dubbele verantwoording hadden èn aan de Kerk èn aan de Overheid. Zoo verstaan we ook art. 26 van de D.K.O.: ,,Z)e diakenen zullen ter plaatse, waar Huiszittenmeesters of andere Aalmoezeniers zijn, van dezen begeeren goede correspondentie met hen te willen houden, ten einde de aalmoezen te beter uitgedeeld mogen worden onder degenen die meest gebrek hebben." In den roes van vrijheid, gelijkheid en broederschap, werd in de Staatsregeling der Bataafsche Republiek, die echter gelukkig nimmer werd uitgevoerd, gezet, dat bij uitdrukkelijke wet het Armenbestuur over gehéél de Republiek moest worden geregeld. Zuiver revolutionair dus. In de grondwet van 1814 en 1815 werd als een aangelegenheid van hoog belang de zaak van het armbestuur aan de zorg der Regeering aanbevolen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 mei 1902

Brochures (TUA) | 20 Pagina's

Diakonie en overheid - pagina 5

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 mei 1902

Brochures (TUA) | 20 Pagina's