Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dr. A. Kuyper in zijn beteekenis voor de politieke ontwikkeling van het Nederlandsche volk - pagina 49

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dr. A. Kuyper in zijn beteekenis voor de politieke ontwikkeling van het Nederlandsche volk - pagina 49

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

50 Houten al spoedig na zijn optreden in het Parlement in 1869 gewezen op de taak, die de Overheid ten gevolge van de gewijzigde verhoudingen had te vervullen; en hij deed dit op zoo krassen toon, dat de conservatieven hem op één lijn stelden met de conmune-mannen — doch, nadat op zijn initiatief het eerste Arbeidswetje in 1875 was tot stand gekomen, bleek al spoedig dat die staatsman het niet zoo erg had bedoeld, dat men hem — hg zelf heeft dit herhaaldelijk gezegd — verkeerd verstaan had. Dr. Kuyper daarentegen is op dit stuk zich gelijk gebleven; hij stuurde steeds in «democratische richting,» en toonde telkens de belangen en de rechten van alle klassen der bevolking voor te staan. De sociale kwestie nam dan ook een niet geringe plaats in op het program van zijn werkzaamheden. Reeds in 1874, lang voor de kopstukken der andere partijen zich er over hadden uitgelaten, drong hij aan op een Wetboek voor den arbeid; en iedere poging, die leiden kon tot het tot stand komen van sociale wetten in christelijk-democratischen geest, werd door hem met warmte gesteund en toegejuicht. Hg stemde geheel in met wat in 1875 een Duitscher, Von Sybel, had geschreven: «Wanneer het voortbrengen en verkrijgen van «rijkdom in strijd komt met het eigenlijke doel der nijverheid, «namelijk de middelen te erlangen ter bevordering van gezondheid «en arbeidskracht, van ontwikkeling, beschavingen weldadigheid, «dan moeten de volkshuishoudkundige wetten wijken voor hoo«gere wetten en is de menschelijke maatschappij, de Staat, niet «slechts bevoegd maar ook verplicht, die onderwerping aan «hooger wet van ieder onderdaan te eischen en desnoods bij de «wet af te dwingen.» En hij toonde het met die instemming ernstig te meenen door zijn pleidooien in het Parlement voor sociale wetten. Pleidooien, waarmede toen ter tgd Dr. Bronsveld in de Stemmen voor Waarheid en Vrede van 1875 zijn groote ingenomenheid betuigde. «Dr. Kuyper» —• besloot de bekende Utrechtsche kroniekschrijver — «heeft (met zijn aandringen op een Wetboek op den arbeid) waarlijk niets ongerijmds gevraagd; en aan zijn uitgesproken verlangen zal toch, vroeg of laat, voldaan moeten worden.»

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 1902

Brochures (TUA) | 59 Pagina's

Dr. A. Kuyper in zijn beteekenis voor de politieke ontwikkeling van het Nederlandsche volk - pagina 49

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 juli 1902

Brochures (TUA) | 59 Pagina's