Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het recht en de macht inzake de opleidings-quaestie - pagina 32

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het recht en de macht inzake de opleidings-quaestie - pagina 32

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

33 eene minderheid was, die niet wilde afgaan van hetgeen bij de vereeniging der Kerken was overeengekomen en die minderheid minstens even groot bleek te zijn, als zij was bij de vereeniging der Kerken, met het oog op het heilig accoord destijds aangegaan, verplicht zou zijn, zich te scharen aan de zijde dier minderheid. Dienovereenkomstig deed hij dan ook op de prov. Synode van Zeeland, waarheen hij was afgevaardigd door de classis Middelburg. Want wat was intusschen reeds gebleken ? Niets minder toch dan het navolgende : drie van de vijf classes in de provincie Zeeland; vijf van de zes in de provincie Groningen; de geheele provincie Overijsel; de meerderheid der classes i n Noord-Brabant; benevens vele Kerken in de verschillende andere provinciën hadden het voorstel van de 25 broederen, te Utrecht saamgekomen, verworpen! Daar kwam bij, dat toen reeds in het publiek was gesproken over . . . . toch »doorzetten" ; en zie, daaraan mocht en wilde hij in geen geval meedoen. Geen enkelen stap wenschte hij te zetten op de baan, die tegen het heilig accoord inging, nu het bleek, dat nog evenveel Kerken, als er bij de Vereeniging van '92 voor het behoud der »eigene Inrichting" waren, blijven wilden, bij datgene, wat toen plechtig en als voor Gods aangezicht was overeengekomen. W i j laten onverkort een ieder het volste recht, om door bondige en afdoende redeneering, door eerlijke en flinke bewijsvoering te trachten een ander voor zijn gevoelen te winnen; beslist geoorloofd is het, om, langs eerlijken weg, al de kracht der overreding aan te wenden, teneinde het ge wenschte en voordeelige van ééne gemeenschappelijke opleiding in het licht te stellen. Daartegen hebben wij dan ook niets in te brengen, ja, wat meer zegt, daaraan hebben wij den laatsten tijd medegewerkt; maar — en daar komen wij tegen op — nooit mag de macht heerschen over het r e c h t ; nimmer mag het worden een dringen en dwingen, of wetens en willens of onwetend ingaan, tegen hetgeen heilig is overeengekomen. Evenmin kon hij den wensch van sommige broederen inwilligen, 3

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 74 Pagina's

Het recht en de macht inzake de opleidings-quaestie - pagina 32

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 74 Pagina's