Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het recht en de macht inzake de opleidings-quaestie - pagina 43

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het recht en de macht inzake de opleidings-quaestie - pagina 43

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

44 zonder eenige tegenspraak, duchtig den staf brak over die wijze van doen. Welnu, ditzelfde is van den beginne aan ook door mij gedaan. En in betrekking tot de zaak der Opleiding waag ik het bij vernieuwing tegen den stroom op te roeien. I k kan en mag niet anders! De geschiedenis, die onder het bestuur des Heeren staat, moge, wat het recht i n deze zaak aangaat, vrijelijk spreken. Hare uitspraak wacht ik met geruste consciƫntie af. Meer nog. Om in den weg van recht en gerechtigheid in deze droeve zaak zoo spoedig mogelijk tot vrede en eenheid te komen, zou ik, in den geest van 's Heeren Woord ( I Cor. 6), wel arbitrage willen tusschen de meerderheid en de minderheid. De Heere heeft i n zijne goedheid, ons de daartoe bevoegde mannen geschonken. Laten, waar het in hoofdzaak een rechtzaak geldt, rechtsgeleerden als b.v. Mr.

DE

SAVORNIN

LOHMAN,

Mr.

'T H O O F T ,

Mr.

ANEMA,

gevraagd worden of zij, om 's Heeren wil, onze Kerken hierin dienen willen. Als deze christenen en deskundigen, zich volkomen en in alle deel en met de zaak op de hoogte gesteld hebben, wacht ik gaarne hunne uitspraak tusschen de meerderheid en de minderheid, tusschen de macht en het recht af. Nog altijd sta ik ongeschokt i n het geloof, dat de meerderheid, onder den niet geringen invloed der Professoren, die aan hare zijde stonden, onderscheidene fouten begaan heeft, 'k Veroorloof mij ze te noemen. Als eerste fout geloof ik te moeten noemen, dat de meerderheid de Opleidingsquaestie te veel, ja, soms zelfs geheel, als eene heel gewone zaak beschouwde. Dit nu was zij niet! Tengevolge van de zoo plechtig aangegane verbintenis, was het een zeer buitengewoon geval, waarvoor de Synode te staan kwam. Daarom had zij dan ook deze zaak moeten laten rusten, tot tijd en wijle de minderheid slechts uit zoovele personen bestaat, als volgens het accoord overeengekomen is. Eene tweede fout was m. i., dat zij dientengevolge de zaak i n behandeling nam, in strijd met hetgeen een deel der commissie, door haar gekozen, adviseerde, en niet

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 74 Pagina's

Het recht en de macht inzake de opleidings-quaestie - pagina 43

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 74 Pagina's