Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De ineensmelting - pagina 48

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De ineensmelting - pagina 48

Een woord voor de eenheid der kerk (Deel 2)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

SLOTWOORD.

Na stilgestaan te hebben bij de Bezwaren die bij velen tegen de Ineensmelting bestaan, hebben wij nog ernstig overwogen een paar voorbeelden en uitspraken in het N. Testament. Wij hebben gezien den schier alle palen overschrijdenden eenheidsdrang onder degenen die eerst geloofden. En bemerkt hebben wij, dat die overwegende drang naar openbaring der e e n h e i d in Christus, ten slotte haar beslag kreeg en als 't ware tot rust kwam in de vaste en afgeronde eenheid der plaatselijke Kerk. Deze eenheid der plaatselijke Kerk nu kwam misschien wel het sterkste uit in de eenheid van het college of der vergadering der opzieners op elke plaats. Want waar de opzieners, waar de herders der kudde één met elkander zijn, en met elkander één raad of vergadering vormen, daar kan het niet anders zijn of de schare der geloovigen die hen volgen en aanhangen, zijn of worden daardoor ook tot één kudde. En dit is wel zeker: waar de Heere Zijn Gemeente de openbaring bar er e e n h e i d in Christus gebiedt, — en niét de openbaring van de macht der z o n d e die nog in haar is, welke macht nog altijd werkt om haar te v e r d e e l e n , — ik zeg: het is wel zeker, dat waar Christus die dure plicht aan de kudde, aan de Gemeente oplegt, dat daar die plicht in de e e rs t e plaats op hare herders allerwege neerkomt, — opdat de kudde overal aan het onderlinge gedrag, en aan de eenheid en het zich bij elkander voegen van hare herders reeds zie de macht van de bede van Christus: „dat zij allen één zijn, gelijkerwijs Gij, Vader! in Mij en Ik in U " , en opdat zij zelve nu des te eerder en gemakkelijker het woord en de eisch van haar Heere op haar gemoed voele wegen! Want gelijk wij zeiden: deze innige bede van onzen Heere en Zaligmaker, bidt niet om iets dat wij in de t o ek o m s t eindelijk zullen verkrijgen, maar om de openbaring der eenheid van de geloovigen in d i t leven. Want wat beteekent anders hetgeen Jezus daarbij voegt: „opdat de wereld bekenne dat Gij Mij gezonden hebt."

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 51 Pagina's

De ineensmelting - pagina 48

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 51 Pagina's