Beginselen en eischen - pagina 65
-
63
-
andere grondslag noodig. En het is die grondslag, waarvoor de zorg bepaaldelijk aan de Kerk van Christus behoort. Minachtend hebben velen op haar neêrgezien. De Staat zou voor zijn leven aan haar behoefte hebben? Belachelijke waan was dit naar veler schatting. De Kerk was veeleer een lastige sta-in-den-weg. Zij kweekt met haar dogma's verdeeldheid in den revolutionairen eenheidsstaat, waarin alle bijzonderheid bedenkelijk is, eigenlijk contrabande. Zij openbaart bovendien steeds de neiging om buiten haar gebied te treden, en op het erf van den Staat te komen, waarom het voorzichtig was, eisch van staatsmansbeleid, dat de Staat, zoo beducht voor machtsoverschrijding van anderen, zich in de Kerk deed gelden, op haar terrein een vasten post bezette, om alle kwaad zoo mogelijk in den wortel te stuiten. Hij verzekere zich dan ook volgens Opzoomer „een waakzaam toezicht op de vorming en de aanstelling der geestelijken." Want in den modernen Staat heeft de volkskeuze veel invloed. En de menigte „is een werktuig in de hand der priesters. Ze is dat door haar groote onkunde, waardoor, naar Goethe's uitspraak, „das Urtheilen ihr miserabel gelingt." " ») Maar dat het oordeelen juist bij hooggeleerden soms miserabel gaat, toonde O p z o o m e r zelf, toen hij betoogde, dat evenals de Staat voor het optreden als advokaat of geneesheer zekere eischen van kennis stelt, hij dit ook voor toekomstige geestelijken mag doen. Als ware er geen onderscheid. Hoe men bedrogen is uitgekomen in zijne zelfoverschatting; in het terugduwen van en smalen op de Kerk; in den waan dat men door de Kerk in de hand te houden haar, in steê van een gevaar te zijn, tot steun zou maken voor den Staat. Onberekenbaar is het nadeel voor ons volksleven aangericht door de inmenging van den Staat in het kerkelijk leven. Het is de Staat geweest, die de machtigste Kerk van ons Vaderland zeventig jaar lang tot een worstelperk van partijen heeft gemaakt, en de geloovigen gedwongen een groot deel hunner kracht aan te wenden tot bestrijding en verweer, terwijl de
1) Scheiding
van Kerk en Staat (1875), bl. 44, noot.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Brochures (TUA) | 94 Pagina's
![Beginselen en eischen - pagina 65](https://www.digibron.nl/images/generated/brochures-tua/beginselen-en-eischen/1903/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Brochures (TUA) | 94 Pagina's