De ineensmelting - pagina 37

40 Kerk. En die eenheid behoort ook in haar openbaring uit te komen. Daarmede behoort in haar openbaring naar buiten gerekend te worden. Daarom alzoo is het niet goed, dat de menschen daar twee of drie of meer kerken maken voor zich zelf. Dat is: het leven, het eigenlijke leven der Kerk tegenwerken en het is zondigen tegen Christus, tenzij dat het vormen van twee of meer Kerken hieruit voortvloeit, dat het leven der Kerk in eigen boezem in den grond verschillend wordt opgevat. Dan is een eenheid van het leven, dat reeds in den wortel niet één is, niet mogelijk en zoolang die eenheid niet bestaat, zelfs ongeoorloofd. Zoo is dan de eenheid der Kerk een eisch van Gods Woord, en dat wegens den eigenlijken aard, of het eigenlijke wezen der Kerk. Doch dan is er nog iets anders in de H. Schrift, dat die eenheid en de Ineensmelting van in de belijdenis éénzijnde plaatselijke Kerken, met kracht eischt. Het is niet alleen dat alle geloovigen ieder voor zich in den grond tot de ééne Kerk van Christus behooren zoodat men hierop nu in de kerkelijke praktijk ook wel dient te letten, — maar ook d i t, dat zij gelijk aan het geheel of de Kerk, zoo ook aan e l k a n d e r verbonden zijn. Het is ook dit, zeggen wij, dat alle de leden op geestelijke wijze onderling aan elkander verbonden zijn. Ook wegens hetgeen wij h i e r noemen, is het tegen de waarheid en tegen de natuur der zaak, zoo iemand de ons bekende Ineensmelting meent te mogen tegenwerken. Dat onderling eenzijn der leden drukt Paulus op ongekend krachtige en schoone wijze uit in Rom. 12 : 5, waar hij zegt: „elkeen zijn wij e l k a n d e r s l e d e n . " Dit woord wil, ook naar het verband geoordeeld, zeggen: wij hebben elkander noodig, wij steunen elkander, en vullen elkander aan, en zoo kleven wij aan elkander, en zoo vormen wij met elkander het lichaam, dat i s : de Kerk, en brengen haar als het ware tot stand. Daarom, indien wij als afzonderlijke leden of ook als groepen of gezelschappen van leden op eenzelfde plaats, kerkelijk van elkander gaan en in kerkelijk opzicht ieder een eigen weg gaan bewandelen, dan beschadigen en verscheuren wij als 't ware het lichaam, — dat is: het Lichaam van Christus, — en doen het als 't ware goddelooslijk te niet. Want het is ook immers klaar, dat het lichaam eigenlijk bestaat in zijn e e n h e i d . Want bij een verzaken van de e e n h e i d ,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen