Beginselen en eischen - pagina 48
-
46
-
schappij, — strafbaar te stellen, zoolang niet eene regeling getroffen was, die ernstig onderzoek van grieven waarborgde. Alsof niet menig misdadiger wat mist, hetgeen hij in billijkheid vragen mag. Alsof er iemand is, wiens redelijke eischen allen bevredigd zijn. Alsof het ontbreken daarvan het misdrijf straffeloos maakt. En alsof niet de stakingen zelfs bovenal waren toegejuicht als middel om overmacht te toonen. Van vrijzinnigen kant wilde men nooit weten van gehoorzaamheid behoudens onderwerping aan stellige geboden Gods. Dat standpunt mocht niet worden gedoogd. Zulk eene gehoorzaamheid was te wisselend. De staatswet had absolute autoriteit Maar tegenover socialisten en anarchisten durft men niet optreden met den eisch, dat zij zich van misdadig verzet tegen de Staatsmacht onthouden zullen, zoolang niet een regeling tot stand is gekomen, die den weg afbakent om grieven kenbaar te maken, en meer waarborg biedt voor het wegnemen van misstanden. Hoewel de Regeering harerzijds dadelijk getoond had niet eenzijdig te willen optreden, en het houden van eene enquête had voorgesteld. Ja, gelijktijdig werd gezegd, dat de strafbepalingen slechts een papieren teugel waren; en dat men zulke bepalingen toen niet mocht maken, daar zij zoo heftige vijandschap zouden te weeg brengen. Zelfs werd in het adres der Liberale Unie gezegd, dat de Regeering zich schuldig maakte aan „aanranding van rechten", alsof er ooit een recht kan zijn op het plegen van contractbreuk, op het doen van onrecht.
!) Zoo wekte in de Tweede Kamer groote ergernis, als de Kerkeraad der Christelijke Afgescheidene Gemeente te Arnhem, naar aanleiding van het ontwerp-armenwet van October 1851, door het eerste Ministerie-TIIORBECKE ingediend, en waarvan de strekking was ook de kerkelijke instellingen van weldadigheid te onderwerpen aan door het staatsgezag vast te stellen regels, — een adres had ingezonden, waarin gezegd werd: „Adressanten achten zich verpligt uwe Vergadering er kennis van te geven, dat zij, zoo het ontwerp wet wordt, genade wenschen te ontvangen om in dezen de straffen te lijden, die hen dreigen, maar in geen geval de regten over te geven die Godes zijn." Zie hierover G R O E N V A N P R I N S T E R E R ' S Adviezen, dl. I, bi. 4 2 3 en volgg.; en bl. 4 4 3 / 4 4 .
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Brochures (TUA) | 94 Pagina's
![Beginselen en eischen - pagina 48](https://www.digibron.nl/images/generated/brochures-tua/beginselen-en-eischen/1903/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903
Brochures (TUA) | 94 Pagina's