Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het recht en de macht inzake de opleidings-quaestie - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het recht en de macht inzake de opleidings-quaestie - pagina 36

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

37 behalve rustig waren. Niet alleen werden de pennen weer opgevat, maar daarenboven werd door de Professoren NOOIIDTZIJ en LINDEBOOM te Utrecht eene vergadering van ambtsdragers en lidmaten belegd, ter bespreking van de quaestie. Eenige honderden kwamen daar bijeen en besloten, niet mee te gaan, maar zich te verzetten tegen het aannemen van het Utrechtsche voorstel. Dezen broederen het recht tot het houden dezer samenkomsten betwisten, doe ik evenmin als Dr. B A V I N C K in zijne brochure. De broederen, die vroeger te Utrecht en allereerst te Kampen samenkwamen, hadden, gelijk zij dat zeiven meer dan eenmaal uitspraken, daartoe ook geen mandaat. Het was inderdaad de vraag, of hun samenzijn niet inging tegen hetgeen door de Synode te Groningen was besloten. Doch afgedacht van het recht, spreekt het van zelve, dat de samenkomsten onder leiding van de Professoren NOOKDTZIJ en LINDEBOOM gehouden, de spanning, die er reeds was, grooter hebben gemaakt. En of de intieme mededeeling, die daar plaats had niet eene bedenkelijke zijde had, laat ik liever aan de ingewijden ter beoordeeling en beslissing over. Maar dit weten wij allen wel, toen de benoeming van de afgevaardigden voor de Generale Synode in de onderscheidene provinciën plaats had, was de toestand reeds bange. De praealabele quaestie was ook op de Provinciale Synoden aan de orde en oefende op de benoemingen zeergrooten invloed uit. Toen zij geschied en bekend waren, was het dan ook de vraag, wie en hoeveel er voor en tégen zouden zijn. Zij echter, die de mannenbroeders kenden en mitsdien wisten, hoe zij tegenover de praealabele quaestie stonden, konden toen reeds weten, dat het getal, dat tegen »doorzetten" was, overeenstemde met het getal Kerken, dat er zich tegen had verklaard. Hun getal was even groot als vóór, tijdens en terstond na de Vereeniging der Kerken; dat wil dus zeggen, even groot als op het tijdstip, toen overeengekomen en toegegeven was, dat de Kerken zouden hebben :

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 74 Pagina's

Het recht en de macht inzake de opleidings-quaestie - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 74 Pagina's