Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kennen en kunnen. De nieuwe opvoeding. Eenheid. Wetenschap en dogma. - pagina 16

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kennen en kunnen. De nieuwe opvoeding. Eenheid. Wetenschap en dogma. - pagina 16

Vier toespraken

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

tigde, toen Hij de fonteinen des afgronds vastmaakte, toen Hij der zee haar perk zette, opdat de wateren zijn bevel niet zouden overtreden, toen Hij de grondvesten der aarde stelde, toen was de Wijsheid een voedsterling bij H e m en dagelijks zijne vermakingen. (Spreuk. 8:27-30.) Gij ziet het, M . H;, de Wijsheid is er vóór de werken (vs.''22), maar zij is ook bij en onder het scheppingswerk. E n wat van het werk der schepping gezegd is geldt ook van het werk der verlossing en der herschepping, dat den Apostel doet uitroepen: „ O diepte des rijkdoms beide der wijsheid en der kennisse G o d s P (Rom. 11 : 33). V a n G o d komt de wijsheid en de kennis in den mensch, die naar G o d s beeld is geschapen; tot dat beeld behoort zoowel het kunnen als het kennen, die beide hunnen grond hebben in het redelijke verstand, maar zóó, dat de kennis voorop gaat. O m d a t A d a m de dieren kent naar hunnen aard, kan hij een ieder van hen zijnen naam geven; omdat G o d h e m kennis gegeven heeft, kan hij de aarde onderwerpen en heerschappij hebben over alle dieren in de lucht, op de aarde en in het water. Maar de Schrift neemt kennen ook in een ruimeren zin, niet in verband met een kunnen, maar toch zóó dat het eene werking heeft op het voorwerp en op het onderwerp van het kennen. O o k in onze taal komt dit gebruik wel voor. Zeg ik bijv.: „hij wilde mij niet kennen," dan duid ik daarmede aan dat het kennen zich had moeten openbaren in een vriendelijk woord of in een groet temijwaart. Het kennen zou eene uitwerking ge-

Dit artikel werd u aangeboden door: Theologische Universiteit Apeldoorn

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 70 Pagina's

Kennen en kunnen. De nieuwe opvoeding. Eenheid. Wetenschap en dogma. - pagina 16

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1903

Brochures (TUA) | 70 Pagina's